hoe langer hoe meer moeten zien dat die wijze van produceeren verkeerd is. De heer van den Tempel zegt; de consument wordt geplukt op de meest geperfectionneerde wijze. Ik wil aannemen dat dit zoo is, maar dat heeft geen ander gevolg dat wij, sprekende over een dergelijk bedrijf, veel eerder en veel gemakkelijker aan de arbeiders kunnen duidelijk maken dat dit inderdaad geschiedt. Het is inderdaad thans nog een vrij moeilyk werk, om den doorsnee-arbeider de wetenschap bij te brengen dat de tegenwoordige productiewijze niet goed is. Daarvoor zyn de arbeiders nog niet zoo direct ontvankelijk, want dat vereischt eenige inspanning van den geest en eenige kennis van wat er in de maatschappij gebeurt. Maar, als het geheele bedrijf tenslotte is terug te brengen tot een enkele rekensom, zooals in de typografie het geval is, dan zullen de consumenten, en de arbeiders vormen het overgroote deel van de consumenten, duidelijk kunnen inzien hoe verkeerd een dergelyke productiewijze is. Daarbij komt, dat er behalve arbeiders ook nog zijn arbeidersleiders, leiders van vakorganisaties, die op de hoogte komen van dingen waarvan zy vroeger nooit gedroomd hadden en dit zal zijn gunstigen invloed op de socialisatie-idee doen gelden: zooveel vertrouwen mag men wel ftellen in de vertegenwoordigers van vakorganisaties.
Hoezeer nu van werkgeverszijde verdedigd wordt dat men moet overgaan tot collectieve contracten, met verkorting van den arbeidsduur en beperking van het aantal arbeiders, en hoezeer prof. Vïbaaet de werklieden tracht te overtuigen dat het dien kant uit moet, toch meen ik dat de werkgevers er in hun binnenste eigenlyk niet voor te vinden zijn en zij er slechts zeer schroomvallig toe ovorgaan, den arbeidstyd te verkorten en maatregelen te treffen, die de positie van de arbeiders gunstiger maken. Ik zou my dus nog niet zoo erg ongerust maken. Br wordt veel van verteld, maar de werkelijk© omvang van de zaak wordt vaak overdreven. Naar mijn meening kan een collectief contract korten tijd invloed uitoefenen op de werkloosheid, maar kan de werkloosheid op den duur daardoor niet worden bestreden, omdat zij is een onafscheidelijk verschijnsel van de kapitalistische productiewijze.
Hiermede kom ik tot wat voor my het voornaamste is in deze quaestie, en wat door den voorlaatsten spreker, Mr. Z. van DEN Beegh is gezegd, dat daarom neen, daarom heeft hij het niet gezegd, maar dat wil ik er bijvoegen de werkgevers verplicht zijn de lasten, die uit de werkloosheid voorkomen, voor hun rekening te nemen.
Het kan ook mij spijten dat de tweede praeadviseur niet aanwezig is, want op blz. 528/529 van zijn nota vind ik de volgende uitspraak, waarmede ik het volstrekt niet eens ben:
„De arbeiders-vak vereenigiDgen, die vooralsnog zeker gaarne in eigen beheer de werkloosheidskassen zullen willen houden, zullen bij de formuleering van hun looneischen in