Art. 14. Om de door de voorgaande artikelen aan de organisaties der werkgevers en werknemers opgedragen benoemingen te bewerkstelligen, zal, binnen zes maanden sedert het in werking treden van dit Besluit, bij een ander door Ons uit te vaardigen besluit, er voor worden gezorgd dat bij elke Prefectuur kieslijsten van bovengenoemde organisaties worden aangelegd.

Gedurende het tydvak van zes maanden, waarvan in de vorige alinea is gewag gemaakt, zullen de benoemingen der vertegenwoordigers der beide klassen, die krachtens de artikelen 10, 11, 12 en 13, zouden moeten geschieden door hunne organisaties, inplaats daarvan, na het hoeren der bestaande organisaties, aldus gedaan worden:

a. de vertegenwoordigers genoemd in de artikelen 12 (1° al.) en 13 (2° al.) door den prefect;

t. de vertegenwoordigers, genoemd in de artikelen 10 (2° al.) en 11 (1° al.) door den gemeenteraad.

Tegen de benoeming, gedaan respect, door den prefect en den gemeenteraad overeenkomstig dit en de voorgaande artikelen, kunnen de belanghebbende organisaties in beroep komen bij het Permanente Comité van Arbeid, hetwelk definitief over het beroep beslist.

Het beroep heeft geen opschortende werking.

Indien de belanghebbende organisatie, die in beroep is gegaan, in het gelyk wordt gesteld zullen resp. de prefect of de gemeenteraad tot de nieuwe benoemingen overgaan binnen den tot dit doel aan te wijzen termijn, terwijl wanneer deze termijn ongebruikt is verloopen, het bestuurscollege van het Permanente Comité van Arbeid in de nieuwe benoemingen zal voorzien.

Art. 15. In de plaatsen waar instellingen functionneeren, die hulp verleenen aan emigranten, en behoorlijk erkend zijn door het Koninklijk Commissariaat van Emigratie, zullen_ aan de commissies voor de arbeidsbemiddeling en aan de Comité’s der Arbeidsbeurzen vertegenwoordigers van dergelijke instellingen kunnen worden toegevoegd volgens regels vast te stellen bij besluit van den Minister van Nyverheid, Handel en Arbeid, met goedvinden van den Minister van Buitenlandsche Zaken.

Art. 16. Aan de groepen van tenminste 5 arbeiders betzij mannelijke betzy vron-welyke, die zich met een certificaat, nitgereikt door de Centrale Arbeidsbeurs of door een der arbeidsbeurzen, opgericbt of geregistreerd overeenkomstig dit besluit of door de gemeentelijke of provinciale Commissies voor de Arbeidsbemiddeling voor hun iverk op eigen kosten naar een zelfde plaats begeven of er van terugkeeren, vrordt, totdat een nieuwe regeling is gemaakt, voor de reizen derde klasse het militaire tarief toegestaan, welk traject het ook zij, op de voorwaarden die bekend gemaakt znllen worden door bet bestuur der Staatsspoorwegen

Aet. 17. De prefecten, de burgemeesters der gemeenten en