Imperatief kan deze verplichting tot het eerst aanvragen van een vergunningskaart niet worden opgelegd door de gemeentebesturen, zulks in verband met de bepalingen der Arbeidswet, doch de gemeentebesturen zijn doorgaans wel bereid een dergelijke verplichting in adviesvorm aan belanghebbenden te geven.

De vraag rijst zelfs, of het niet wenschelijk zou zijn om de Arbeidsbureaux te belasten met het afgeven van arbeidskaarten (en eventueel arbeidskaart en vergunning c.q. bemiddelingskaart tot één formulier samen te voegen).

Immers wordt in bijna alle gevallen eerst een arbeidskaart aangevraagd en daarna de vergunning, terwijl m. i. de vergunning primair is. Het volgende geval moge dit illustreeren:

Een landbouwer sknecht, 17 jaar, vraagt een arbeidskaart om in een of andere fabriek te werken. De arbeidskaart wordt verleend. Bij het aanvragen om vergunning voor het in dienst nemen van deze arbeidskracht, kan en zal het Arbeidsbureau bezwaren hebben tegen den inzet van een landbouwkracht (waaraan een groot tekort is) in een fabriek, waarvoor andere geschikte gegadigden te vinden zijn. Omgekeerd kan zoo iets moeilijk plaats vinden, daar verwacht kan worden, dat .drieidybureaux-ambtenaren op de hoogte zijn met de bepalingen der Arbeidswet.

Dat uitvoering der bepalingen der Arbeidswet uiteraard meer op het terrein der Arbeidsbureaux ligt, althans wat het administratieve gedeelte betreft (Arbeidsbureaux hebben toch bemoeiing met het geheele arbeidsbestel) behoeft wel geen nader betoog.

Besloten kan worden met de opmerking, dat het verstrekken van de opgave van afgegeven arbeidskaarten en het medewerken van de gemeentebesturen in den boven geschetsten zin in

de praktijk reeds vele goede diensten heeft bewezen.

(Het denkbeeld, om de arbeidskaarten door de Gewestelijke Arbeidsbureaux en de bijkantoren te doen uitgeven, verdient stellig overweging. Dit moet evenwel door het Rijksarbeidsbureau met den Directeur-Generaal van den Arbeid worden geregeld. Red.)

ADMINISTRATIE

Naast de bespreking van het bemiddelingswerk verdient de arbeid van de afdeeling Administratie van een G. A. B. alleszins de aandacht. Alle afdeelingen komen door het ontvangen en verzenden van correspondentie met haar in aanraking; alle personeelleden door de personeelsadministratie. Gelet op de beteekenis van zulk een afdeeling rijst de vraag, welke plaats de afdeeling Administratie temidden van de andere afdeelingen inneemt.

Het organisatie-schema van een G. A. B. verdeelt de te verrichten werkzaamheden in vijf groepen, kortheidshalve te omschrijven als: arbeidsbemiddeling, statistiek en documentatie, geneeskundige keuring, administratie en comptabiliteit.

Ten aanzien van de administratie is er dus sprake van een nevengeschikt verband met betrekking tot de overige groepen en de daarbij behoorende onderverdeelingen. Ook is er geen superioriteit van een der andere groepen over de afdeeling administratie. Dit komt overeen met de oorspronkelijke bedoeling aan de afdeeling administratie van een G. A. B. het karakter van een bedrijfsadministratie te geven, waarbij alleen de Directeur van het bedrijf (hier: bureau) de uitgaande stukken teekent. Zulks in tegenstelling met b.v. een provincie, een gemeente, een waterschap, den pensioenraad, de rijksverzekeringsbank, waar

het hoofd van de administratie, de secretaris, tot mede-onderteekening verplicht is, om daardoor de juistheid van den inhoud van het uitgaande stuk te bevestigen. Dit verschil is te verklaren, omdat bij deze lichamen in de correspondentie sprake is van een weergave van bestuursbeslissingen.

Toch is de administratie van een G. A. B. geen zuivere bedrijfsadministratie. Alleen daarom al niet, omdat het G. A. B. een vertakking is van een afdeeling (het R. A. B.) van een departement (dat van Sociale Zaken), en zoodoende toch ook weer is ingeschakeld in een overheidsadministratie. Dientengevolge kan nimmer eenig uitgaand stuk per procuratie worden geteekend, waartoe in vele bedrijven machtiging wordt verleend.*

Vpor de redeneering, dat de administratie van een G. A. B. een overheidsadministratie zou zijn, pleit het registratuur- en archiefsysteem, dat, ontleend aan het systeem van de gemeente, geen overeenkomst heeft met dat van een bedrijf. Anderzijds is er weer de arbeidsbemiddeling ten behoeve van het bedrijfsleven, die aan de administratie eigenschappen toevoert, alleen aan het bedrijfsleven gemeen. Dit tweezijdig karakter van de administratie van een G. A. B. stelt aan het personeel daarvan speciale eischen. Allereerst een algemeen inzicht in de overheidsadministratie en een begrip van de wijze, waarop een bedrijfsadministratie efficiënt wordt gevoerd, met het vermogen deze twee ~richtingen” zoo goed mogelijk met elkaar te verzoenen. De ~haastige spoed”, die ten aanzien van de administratieve uitwisseling van vraag en aanbod dient te wor-den betracht, moet, met vermijding van het „zelden goed”, op de juiste wijze worden betracht.

Naast dit algemeene inzicht