Waalwijk. Aan de firma Hubscher en Verspelt, te Amsterdam, werd opgedragen de R. K. Hoogere Handelsschool geheel in te richten voor gasverwarming met Prometheus gasconvectoren.

Op 22--23-~24 Mei zal er te Waalwijk een gastentoonstelling worden gehouden met kookdemonstraties. Aan deze tentoonstelling is verbonden een verloting, waarvan de opbrengst geheel omgezet wordt in gasarfikelen, zooals bad en geijser, gasfornuizen, gaskachels, comforen, enz.

Doel is om een flink aantal toestellen in de gemeente te plaatsen.

Deze verloting is Koninklijk goedgekeurd op grond van: „Ter bevordering van de hygiëne in het gezin”, bij Kon. besluit van 20 Maart 1924 Staatsblad N°. 41.

{Corr.)

Winterswijk. De complete inhouw van een 8-retorts volgeneratoroven is opgedragen aan de Gasmeterfabriek te Dordrecht.

[Corr.)

Workiim. Besloten is tot aanschaffing van een hydraulisch-automatisch waterstofgastoestel van de Mabeg te Utrecht, benevens een electrisch-automatisch pompstation met ontijzeringsinrichting voor watervoorziening van fabriek en directeurswoning.

(Corr.)

Zwijndrecht. B. en W. droegen de uitbreiding der fabriek op aan de Gasmeterfabriek te Dordrecht.

(Corr.)

DIVERSEN.

De ijk van gasmeters. Aanvulling van het reglement.

’s-Gravenhage. Bij K. B. van 12 Maart is aangevuld het „Reglement op den ijk van gasmeters”.

Art. 1 van bedoeld reglement luidde tot nu toe;

„Toegelaten zijn natte en droge gasmeters. Bij de eerstgenoemde geschiedt de meting door middel van een, gedeeltelijk in een vloeistof wentelende trommel met meetkamers; bij de laatstgenoemde door middel van meetkamers met beweegbare wanden”.

Bij vorenbedoeld K. B. is aan dit artikel toegevoegd de zinsnede;

„Ook zijn toegelaten gasmeters, waarbij de meting geschiedt door combinatie van deze beide grondbeginselen”.

(Telegraaf).

's-Gravenhage. Op Donderdag 10 April j.l. had de installatie-vergadering plaats van de centrale commissie voor het normaliseeren van voorschriften voor bouwmaterialen.

Deze commissie is ingesteld door de hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland. Zij omvat vertegenwoordigers van de grootverbruikers en de organisaties van aannemers en architecten en heeft tot taak eenheid te brengen in de voorschriften voor de verschillende groepen van bouwmaterialen. Deze zullen door afzonderlijke commissies worden opgesteld, waarin telkens de fabrikanten en handelaren voor elk artikel zijn vertegenwoordigd.

Na eenige discussie werd met eenstemmigheid besloten in de eerste plaats vakcommissies in te stellen voor het opstellen van voorschriften voor hout, voor steen, (zoowel gebakken en niet-gebakken kunststeen als natuursteen) voor bindmiddelen en voor asphalt, teer en andere bitumineuse stoffen.

De centrale commissie voor de bouwmaterialen is thans samengesteld als volgt:

Ir. B. M. Gratama, voorzitter, lid van de hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland; ir. G. C. Beltman, luitenantkolonel der genie, aange\vezen door het departement van oorlog; ir. G. C. Bremer, rijksbouwmeester, aangewezen door het ministerie van finantiën; P. G. Buskens, aangewezen door den bond van Nederlandsche architecten; J. J. Cos, oud-hoofdbestuurslid van den Nederlandschen aannemersbond; dr. ir. G. W. VAN Heukelom, chef van den dienst van weg en werken, aangewezen door de Nederlandsche spoorwegen; ir. D. A. van Heyst, hoofd-ingenieur bij de waterstaat; ir. J. E. Inckel, aangewezen door het departement van koloniën; O. Jelsma, chef van den bouwkundigen dienst van het loodswezen, aangewezen door het departement van marine; ir. E. C. F. VAN DEN Steen van Ommeren, adjunct-directeur der gemeentewerken, aangewezen door het gemeentebestuur van s-Gravenhage; ir. M. E. H. Tjaden, directeur bouw-