Openbaar gemaakte Nederlandsche Octrooiaanvragen op 15 April 1924,

door N. W. Hoogendonk.

No. 17145 Ned. klasse 26a ten name van Ernst Goffin te Frankfurt a/M., Duitschland, betreffende een werkwijze voor het bereiden van gas.

Volgens het GoFFiN-procédé, waarbij de gasproductie tot 70 per ICO K.G. verwerkte kolen kan worden opgevoerd, heeft de destillatie der kolen in een zoo vol mogelijk geladen horizontale of hellende retort plaats bij een temperatuur van bij of boven 950° C.

Een gedeelte van de gloeiende cokes wordt bij het ontladen in de retort gelaten. Aan de zijde, waar deze cokesrest in de retort blijft, wordt bij voorkeur oververhitten stoom ingevoerd. Aan de tegenovergestelde zijde van de retort is de klimpijp aangesloten. Bovenaangeduide destillatietemperatuur is noodig om watergasbereiding mogelijk te maken, terwijl de vorming van grafiet en het ontleden der zware koolwaterstoffen niet wordt verhinderd.

De stoom, welke direct of spoedig na het laden der retort wordt ingelaten, is door de cokesrest gedwongen langs den bovenwand der retort te strijken en blijft daardoor in innig contact zoowel met de bovenlaag der gloeiende cokes als met eventueel aanwezig graphiet- of koolstofafzetting, waardoor ontleding van den stoom plaats grijpt.

No. 15125 Ned. klasse 26a ten name van The firm Merz & Mclellan te Londen, Engeland, betreffende een werkwijze voor het vergassen van vaste brandstoffen onder gebruikmaking van lage temperatuurdestillatie (voorrang van 6 Juli 1917 af (Engeland).

De kolen worden in een retort bij lage temperatuur door stoom ontgast om laagtemperatuurteer te winnen. De retort is zoodanig op een gasgeneratuur geplaatst, dat de warme halfcokes uit de retort direct in den gasgenerator kan worden overgebracht om watergas te produceeren.

No. 17968 Ned. klasse 42e ten name van G. Kromschröder, Aktiengesellschaft te Osnabrück, Duitschland, betreffende een droge

gasmeter met evenwijdig werkende verdeelschuiven en een gemeenschappelijk verzamelkanaal voor den gasafvoer.

Op den bodemplaat der inlaatkamer van den meter is een plaat, symmetrisch ten opzichte van den wand, welke de meetruimte in 2 kamers verdeeld, aangebracht. Op genoemde plaat is met schroeven het spiegellichaam met 2 spiegels bevestigd, welke evenwijdig aan weerszijden van den wand in de meetruimte zijn gelegen. Van de 2 buitenopeningen van eiken spiegel geeft er een onmiddellijk toegang tot de ruimte om den balg, terwijl de andere opening met de ruimte binnen den balg door een rechte buis is verbonden om het drukverlies zoo klein mogelijk te maken. De beide middelste openingen staan zoowel met elkaar in verbinding door een in het spiegellichaam aangebracht kanaal als met het gemeenschappelijke gasafvoerkanaal.

Uitgegeven octrooischriften op 15 April 1924.

Octrooi no. 10847, klasse 4d, ten name van B. J. VAN DER Stigghel, te ’s-Gravenhage, betreffende een electrische aansteker.

De gasaansteker bestaat uit een op een veer bevestigd hamervormig contact, waaromheen een cylindrisch en schroefvormig gewonden 2e contact is aangebracht. Door met den aansteker b.v. te kloppen op het gaskomfoor, ontstaan vonken. Ter voorkoming van beschadiging van den aansteker door het kloppen, is om het toestel een gummiring aangebracht.

Octrooi no. 10850, klasse 24e, ten name van C. Hunter te Londen, Engeland, betreffende een werkwijze voor het maken van een menggas, samengesteld uit destillatiegassen en watergas.

De werkwijze bestaat in het produceeren van menggas in een watergasgenerator, waarop een ontgassingsretort is geplaatst, waarbij de leidingen zoodanig kunnen worden geschakeld, dat na den blaasgang afwisselend een opwaartsche en neerwaartsche gasgang volgen kan.