Asphalt is als zoodanig vergelijkbaar, met collargol en in vele opzichten ook met Cassiuspurper.

De omgekeerde overgang van koolstof tot asphalt is slechts mogelijk, wanneer men van zoo zuiver mogelijke koolstof uitgaat door middel van electrische verstuiving. Ook bij het in oplossing brengen van steenkool beeft men te doen met een kolloïdaal in oplossing gaan, waarbij in de kool aanwezige stoffen als beschermende lichamen kunnen optreden. De grootste oplosbaarheid wordt dan ook verkregen metoplosmiddelen van sterkpeptiseerend vermogen als pyridine. enz.

Door Frans Fischer is aangevoerd, dat extractie van steenkool met de meest verschillende oplosmiddelen nooit tot zuivere koolstof leidt. Spreker vind dit onjuist en bestrijdt de oudere opvattingen. Hij zegt, dat men bij asphalt utlra-microscopisch zichtbare deeltjes vindt en het vertoont zich dus als een kolloïde met in vele opzichten een lyophile karakter.

Prof. Dr. Ir. P. E. Verkade, „Eenige opmerkingen aangaande de bepaling der calorische waarde van brandstoffen”.

Bij de verbrandingsbombe speelt de zuurvaste bekleeding een belangrijke rol. Hiermede zijn belangrijke moeilijkheden ondervonden, wat betreft de aantasting van salpeterzuur en zwavelzuur op de bekleeding. Bij de verschillende soorten van bombes, welke in den handel worden gebracht, treft men een ander soort van vuurvaste bekleeding aan. Zoo vinden we bij de EMMERSON-bombe een voering van goud, bij de MAHLER-bombe een voering van emaille. Sommige bombes zijn uitgevoerd met een voering van platina, welke toch echter niet bestendig is. Bij emaille voering kan een klein gloeiend stukje ijzeroxyde een beschadiging op de bekleeding veroorzaken, waardoor deze niet meer zuurbestendig is. Parr heeft een bekleeding van Illium bestaande uit Ni, Cr, Cu, Wo, en zeer vele andere metalen. Hugershoff uit Leipzig brengt in den bandel de bombe van Krupp’s V2A staal. Dit is een chroomnikkel staal, dat buitengewoon hard is en zelfs bestand is tegen de inwerking van 50 0/0 HNO3 en H2SO4. De bombe welke door Peters in den handel wordt gebracht, wordt ook beweerd van Krupp’s V2A staal vervaardigd te zijn.

Bij de V2A bombe van Hugershoff is de

beker en het deksel van VoA staal vervaardigd en de wartel van VjM staal. Het is toch goed bij de tweedeelige bombe van V2A staal de deksel te bedekken met een chroomlaag of wel een platina voering. Door Cohen is ter bescherming van de deksels een z.g. „Pilz” aangebracht. Deze wordt door Verkade toch niet aanbevolen.

Bij de uit VoA staal uitgevoerde bombe is bet buisje ter inleiding van de O 2 niet uit V2A staal vervaardigd, maar van gewoon fijn zilver met een dun laagje van gesmolten zilverbromide. Het komt wel eens voor, dat dit beschadigd wordt en Roth beveelt dan aan dit buisje met HBr te behandelen. Verkade heeft hierin weinig vertrouwen en beveelt daarom aan de gebeele bom van VoA staal te vervaardigen, het inleidingsbuisje te laten vervallen en hiervoor een blokje van V2A staal aan te brengen, waarin een opening voor de toetreding van de O 2 gespaard is.

Prof. Er. Ir. H. J. Waterman, (mede namens Ir. J. N. Perquin), „De bereiding van petroleum uit vetten”.

De omzetting van steenkool tot minerale olie is een veelbelovend proces, dat onder den naam van Bergius’ procédé algemeen de aandacht heeft getrokken, speciaal in die landen, die veel steenkool en weinig minerale olie bezitten. Het einddoel is hierbij om de vaste brandstof met waterstof bij zeer hoogen druk geheel of bijna geheel in olie om te zetten. Dit berginiseeren moet men systematisch bestudeeren. Door Waterman en Perquin werd katoenolie genomen. Het doel hiervan was geenszins de technische bereiding van petroleum uit de vette olie, omdat katoenolie en dergelijke oliën als grondstof voor koolwaterstoffen in bet algemeen te duur zijn.

Engler had indertijd traan gedestilleerd bij 300- 400“ onder een druk van 4 tot 10 atm. en had 75 van een vloeibaar koolwaterstofmengsel verkregen. Ook bier werden gassen opgevangen, die behalve koolwaterstoffen, waaronder voornamelijk CH4, ook CO, COq en H2O bevatten.

Waterman verrichtte zijn onderzoek bij 450° en zeer hooge drukken. Er werden twee reeksen proeven in een autoclarf, die geschud werd, uitgevoerd en wel;

1. Verhitting onder druk zonder toevoeging van waterstof (cracking).