Dit cijfer geheel als besparing aan te merken, vond genoemd „Nationaal Conservatorium” toch blijkbaar wal dwaas, daarom luidt de conclusie :
zonder regelaar 4,33 L. gas per graad C. met „ 3,30 „ „ „ „ of 25 O/fi besparing.
Op het eerste gezicht lijkt deze rekenwijze wel juist, doch men heeft over ’t hoofd gezien, dat de eerste graden tetnperatuurstijging minder warmte kosten dan de laatste, daar het warmteverlies per tijdseenheid toeneemt naarmate de temperatuur stijgt.
Er is echter nog een andere aanmerking te maken.
Waarom heeft men een hoeveelheid van slechts 3 L. water verwarmd op een gasbrander, die de enorme hoeveelheid van 260 L. per 10 minuten of 1560 L. gas per uur ver-
bruikt? Was de bedoeling opzettelijk een slecht nuttig effect te bereiken, opdat iedere regelaar, die bet verbruik verminderde, tevens bet nuttig effect moest verbeteren?
Dat bet nuttig effect zeer slecht moet zijn geweest blijkt wel uit de cijfers. Immers de 3 L. water hebben opgenomen 3 X 60 = 180 K.G. cal. Hiervoor is verbruikt 260 L. of 0,26 M 3 gas, waarvan de cal. waarde niet wordt vermeld. Neemt men hiervoor voorzichtigheidshalve 4200, dan zijn opgeofferd 0,26 X 4200 = 1092 cal.
De verwarming van het water door den gasbrander heeft dan plaats gehad met een nuttig effect van nog geen 17 U/q.
Op een dergelijk allerpoverst rendement 25')/o te besparen, is waarlijk nog geen kunststuk!
B. a B.
Overzicht van den inhoud van vakbladen.
door Prof. G. A. Brender a Brandis. t., J. H. Janson en A. C. Koppejan. w. i.
Berekening van kamers voor ivarmteregeneratie, door M. Laffargue. Chalenr et Industrie. Jrg. 3 (1922). n°. 26 p. 1344-1347.
Deze splitst schrijver in: berekening van het verwarmend respectievelijk warmte-adsorbeerend oppervlak, van het benoodigd gewicht aan stapelsteen om voldoende warmte te kunnen opnemen; van de kamerhoogte in verband met de snelheid en de trek. Tot slot van het artikel als voorbeeld de berekening van de regenatoren van een oven met temperatuur, 3000 M-'k rookgas en 1200 Mll. secundaire lucht per uur, welke laatste tot 1003° C. is voor te warmen.
(B. a B.)
Schreden achterivaarts in het Engelsche gasvak, door FRANz'ScHaFER.
Gas- und Wasserfach. Jrg. 66, [1923), n®. 2, p. 23—25.
Lezenswaardig artikel met belangrijke beschouwingen. Schrijver wijst er op hoe Engeland gedurende den oorlog de zelfde moeilijkheden in de gasindustrie heeft ondervonden, zij het in mindere mate, als Duitschland en om hieraan te ontkomen de zelfde stappen heeft gedaan
als de Duitsche industrie. Doch reeds spoedig na den oorlog heeft het zich beijverd deze stappen wederom terug te doen. Na het noemen van loons- en gasprijsverlaging gaat schrijver meer speciaal de bevordering na van industrieel gasverbruik door speciale tarieven en vooral de gashoedanigheid. Hij betoogt, hoe de Engelsche gaswereld voor een belangrijk deel overhelt tot verbetering van de calorische waarde, waarvoor hij persoonlijk ook schijnt te voelen. Tegenover de restlooze vergassing staat men welwillend, doch afwachtend. Hij vraagt speciaal de aandacht voor het feit, dat een van de nieuwe stokerijen van de grootste gasfabriek ter wereld (Beckton) van 7 M. horizontale retorten wordt voorzien, niet uit conservatisme, doch uit de verstandige overweging, dat vele soorten Durham-kolen niet in continu-verticale zijn te verwerken en het onmogelijk is, de millioenen tonnen, welke Beckton jaarlijks verwerkt, tot bepaalde soorten te beperken. Kamerovens hebben het bezwaar, dat de harde cokes in en om Londen niet voldoende te plaatsen is.
Een en ander voert schrijver tot de vraag of vele fabrieken van nauwelijks middelmatige grootte ook niet verstandiger zouden doen, af