Kerkverwarming met gas te Rijssen,

door J. S. Theunissen Jr.

Hoewel in ons orgaan reeds enkele malen over kerkverwarming met gas is geschreven, schroom ik niet om nog het een en ander daarover mede te deelen, daar ik meen, dat kerkverwarming zulk een belangrijke zaak is, dat er niet genoeg de aandacht op gevestigd kan worden.

Men is maar al te vaak de meening toegedaan, dat zulke groote gebouwen, als kerken, die slechts enkele uren per week worden gebruikt, niet voldoende kunnen worden verwarmd, tenzij met groote kosten. Dikwerf is er heel wat overredingskracht voor noodig om de doelmatigheid van gasverwarming aan te toonen.

De kerkeraad van de Nederduitsch Hervormde Kerk alhier, maakt hierop echter een gunstige uitzondering. De koude winter 1921/22 had het totale gemis aan verwarming uitermate doen gevoelen, zoodat de kerkeraad besloot om tot verwarming over te gaan. Zeer spoedig was het Kerkbestuur overtuigd, dat verwarming met gas het aangewezen verwarmingssysteem moest zijn. De kerkelijke autoriteiten stonden bovendien niet zoo geheel vreemdtegenover gasverwarming van groote gebouwen. Immers het geheele Rijssensche gemeentehuis wordt met gas verwarmd.

Aan de firma Hubscher en Verspelt te Amsterdam, die ook de gasinstallatie in het gemeentehuis had aangebracht, werd opdracht gegeven de Nederduitsch Hervormde Kerk van gasverwarming te voorzien. In zeer korten tijd werden de verschillende werkzaamheden uitgevoerd en 1 Februari j.l. werd de installatie opgeleverd, na een garantieproef, waarvan ik de resultaten zal laten volgen.

In het kerkgebouw, dat uit de middeleeuwen dateert, zijn in het geheel 16 „Prometheus”- radiatoren geplaatst met totaal 181 elementen. De inhoud van de kerk, die voor verwarming in aanmerking komt, bedraagt ongeveer 4200 MA

Zooals bekend geacht mag worden, zijn de „Prometheus”-radiatoren uit gegoten ijzeren elementen samengesteld, waarvan het aantal de grootte van de kachel bepaalt. De kachels hebben verder ook een reflector en zijn uitgerust met branders voor lichtgevende vlammen. Het materiaal, waaruit de radiatoren zijn vervaardigd.

lijkt mij bijzonder geschikt. Immers gietijzer is zeer duurzaam, bovendien heeft het een groot geleidingsvermogen voor warmte. De elementen-kachels nemen —uit den aard hunner constructie weinig plaats in. Dit bleek in deze kerk een groot voordeel te zijn. Immers de zitplaatsen zijn in dit gebouw zeer dicht op elkaar en er mochten zoo min mogelijk plaatsen verloren gaan. De moeilijkheden werden uitstekend opgelost, zoodat de plaatsing van de kachels bevredigend genoemd mag worden. Bijgevoegde afbeelding geeft hunne plaatsverdeeling aan. Het aanbrengen van de verlood plaatijzeren afvoerleidingen van de verbrandingsgassen bood geen bijzondere moeilijkheden. Deze leidingen monden uit tusschen de gewelven en het dak van het gebouw. De gasbinnenleiding is uitgevoerd als ringleiding en overal van zeer voldoende capaciteit. Ik vond het noodig de kerk aan twee kanten te voeden. De gastoevoer heeft n.l. plaats door twee afzonderlijke 3" aansluitingen. De eene aansluiting komt in den hoek aan de voorzijde in het gebouw en de andere in dien aan de achterzijde. Op elke straatleiding is een 200-lichts droge gasmeter aangesloten. Door het een en ander is een, goede circulatie van het gas verkregen en heerscht in de geheele binnenleiding een gelijkmatige druk.

Zooals boven reeds gezegd, vond het proefstoken plaats op 1 Februari 1.1. De firma had de volgende garantie gegeven;

In li uur tijd met 90 gas een temperatuursverhooging van 10“ C. te bereiken.

In de kerk waren op verschillende plaatsen 18 thermometers opgehangen. De proef begon om 11 uur 30 minuten voormiddags. De deuren werden gesloten; de meterstanden genoteerd en de thermometers afgelezen. De gemiddelde aanvangstemperatuur bleek 11,9° C. te zijn en de maximale afwijkingen van deze gemiddelde aanvangstemperatuur bedroegen 0,4° C. en -1- I,l° C.

Elk kwartier werden de thermometers afgelezen en de gemiddelde temperatuur bepaald.

Zoo bedroeg, na een half uur te hebben gestookt, de gemiddelde temperatuur 16° C. met maximale afwijkingen van —l,s° C en -1-2,5° C.; na één uur was de gemiddelde