kernige koperleiding in den kop van de ineter, zijn de 4 punten van de brug genummerd.

Den schroeft men in de pijpleiding zoo dicht mogelijk bij het punt waar de gassen

worden afgezogen. De lengte van die pijpleiding zal natuurlijk invloed hebben op de snelheid waarmede veranderingen in het worden gemeten.

De pijpverbinding.

Voor ieder punt waar men het CO2-gehalte wil meten, heeft men noodig een een roetfilter en een aspirator. Deze drie worden in de pijpleiding geschroefd, zooals afb. 7 aangeeft. Deze pijpleiding moet gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt.

Den plaatst men daartoe in een kruisstuk van de pijpleiding en op de hoeken brengt men T-stukken aan. (Dit is in de figuur niet zoo aangegeven).

De pijp welke in den gasstroom uitsteekt en welke dient om ’t gas aan te zuigen kan in den gasstroom zoowel horizontaal als verticaal worden geplaatst, maar steeds loodrecht op de stroominrichting. Men doet ’t beste om de pijp onder een hoek van 45° af te snijden en de opening te keeren naar den gasstroom.

Aanwijsapparaat,

Het roetfilter.

De plaats hiervan is zooals in afb. 7 is aangegeven. Het is echter zoo ingericht dat het in elke richting geplaatst kan worden; het kan zeer gemakkelijk worden weggenomen en vlug worden schoongemaakt. In het roetfilter zelf bevindt zich een spiraal, welke omwonden is met vilt, waardoor het gas gefiltreerd wordt. Om het schoonmaken van dit roetfilter te vergemakkelijken kan de kop van het filter worden weggenomen door ’t losdraaien van de schroef, aan het rechtergedeelte van het filter zichtbaar. Men kan dan de met vilt omwonden veer er uit nemen en de vliegasch of het vuil er uit schudden. De kop kan door middel van de genoemde schroef weer gasdicht worden vastgezet door middel van een aangebrachte gummiring.

De aspirator.

Deze is in de pijpleiding bevestigd voorbij den COj-meter I zie afb. 7). Aan dezen aspirator is een glazen tube aangebracht welke de zuiging aangeeft. Met behulp van dezen aspirator wordt geregeld het gas uit den gasstroom gezogen. Om een geregelde aanzuiging te verzekeren is het ’t beste om de waterdruk zooveel mogelijk constant te houden door in de aanvoerleiding van het water een vergaarbak met balkraan aan te brengen. Het water stroomt uit den aspirator met een snelheid van 18-20 L. per uur.

Het schrijfapparaat.

Uit afb. 6 hebben we ’t instrument leeren kennen dat voortdurend het aangeeft. Opteekening van dit percentage op een papierstrook of diagram heeft daar echter niet plaats. Meestal zal men dit natuurlijk verlangen en daarom gebruikt men in plaats van een aanwijsapparaat liever een schrijfapparaat. Het allereenvoudigste schrijfapparaat het z.g. éénpuntige registreerinstrument vindt men afgebeeld in afbeelding 8.

Het toestel, ook wel draadschrijver gebeeten, bestaat in hoofdzaak uit een gevoelige galvanometer van het bewegende type. Door middel van een klokmechanisme wordt de punt van dezen galvanometernaald elke minuut neergedrukt op een beïnkte draad, welke gespannen is boven een draaiende trommel. De stand van den galvanometernaald wordt daardoor iedere minuut opgeteekend op een diagram, dat om de trommel gewikkeld is. Gedurende de tijden,