worpen behooren tot het type 11. Zij geven het CO2-percentage aan door middel van een electrische methode waarbij geen enkel chemisch reagens benoodigd is. De onderdeelen van de installatie zijn zeer stevig uitgevoerd en de geheele installatie bezit dit belangrijke voordeel, dat terwijl het gedeelte waar door de gasstroom werkelijk passeert vlak bij de oven geplaatst is, het schrijf of aanwijstoestel op een aanzienlijken afstand daarvan geplaatst kan worden bijv. in het vertrek van den bedrijfsingenieur. Deze electrische types vragen in het algemeen veel minder zorg dan de chemische types.
Een verder voordeel van deze methode is, dat naast het de temperatuur van de verbrandingsgassen op het zelfde punt of op een ander punt gemeten, op één diagram kan worden opgeteekend, wat tot nog toe bij andere methodes niet mogelijk was.
Algemeen principe van het instrument.
De methode welke gebruikt wordt om het percentage vast te stellen is door Dr. G. A. Shakespear aan de Universiteit te Birmingham uitgewerkt en is aanvankelijk bedoeld geweest om de zuiverheid van gassen te onderzoeken. Ze is o. a. gebruikt om de zuiverheid na te gaan van waterstof voor luchtballons, verder om lekkage van ballons te bepalen welke met waterstof of helium gevuld waren. Ook om de zuiverheid van gassen te bepalen welke bij chemische proeven worden ontwikkeld.
Afb. 3.
Daar het eigenlijke toestel op de brug van Wheatstone berust, mag deze hier wel even in herinnering worden gebracht.
De stroom uit het element E vertakt zich in A in de stroom i| en io en i_j vormen in B weer 1.
Voor punt A geldt nu volgens Kirchoff, I = ij + ij (1)
„ B „ Ï2 + ii = I (2) » i> C ~ „ „ „ ij =ij + i (3) .1 .• D „ „ „ ~ ij +i= ij (4) Voor de gesloten stroomkelen:
AC D A geldt: i, rj +ir i;i = O CB D C ~ io i-, rj —ir = O
Indien er nu van C naar D geen stroom loopt (wanneer i = O is) dan is dus: i| rj = ia ra en io ru = i.j rj, dus ook 1' =; 1' '2 t'l o, Maar voor geval i = ois, isookfzie 3) i| =ia / ri en (zie 4) i;i = i',) * r.,
Voor het geval er door den galvanometer geen stroom gaat, zijn de weerstanden in de brug dus zoodanig, dat rj : ra : r^.
Is nu eenmaal aan deze voorwaarden voldaan, dan heeft elke verandering van één van de weerstanden een afwijking van den galvanometernaald ten gevolge.
Twee Pt-draden zijn opgesloten in twee afzonderlijke ruimten en E 2 in een metalen doos. Elk van deze spiralen is zoo vastgemaakt, dat ze een arm vormt van een Wheatstonesche brug, terwijl de andere twee armen C en D van manganien zijn. (Dit is een veel gebruikte weerstandsdraad, zijnde een alliage van 310 o Ni., 73 0/(j Cu. en 240/o Mn.)
Door de brug wordt nu een stroom van constante sterkte gestuurd, waardoor de beide Pt-spiralen worden verwarmd; aan de wanden van beide cellen zal ook warmte worden afgestaan. Indien nu de beide cellen gassen bevatten van verschillend warmtegeleidingsvermogen, dan zullen de spiralen verschillend afkoelen. De eene spiraal zal een hoogeren temperatuur behouden dan de andere, waardoor de weerstanden verschillen gaan. vertoonen.
Aan het evenwicht van de Wheatstonesche brug is dan niet meer voldaan, waardoor de galvanometernaald een uitwijking zal vertoonen. Het toestel kan nu zoo worden vervaardigd.
Afb. 4. COj-meter.