effect van de verbranding af te lezen en ook het warmteverlies.
Voor cokesvuren ‘is dit diagram zeer goed te gebruiken, wat door Bunte in een reeks proeven is aangetoond.
Voor het meten van de temperatuur, welke de rookgassen bezitten, wanneer deze vanuit de recuperatieruimte in het hoofdrookkanaal stroomen, kan een pyrometer worden gebruikt met een temperatuurbereik van 700 a 800“ C
Voor het bepalen van het gehalte van de verbrandingsgassen kunnen enkelvoudige ovenanalyses worden verricht, bijvoorbeeld met een Orsatapparaat (liever met een Laborapparaat).
Om echter een inzicht te krijgen hoe de verbranding geschiedt gedurende den tijd dat de generator in gebruik is, is een ononderbroken controle noodig, zoowel van de genoemde temperaturen aan de eindpunten van de recuperatieruimten, als van het CO2 gehalte van de verbrandingsgassen op de plaatsen waar deze de ovenruimte verlaten en in de recuperatie vallen. Met het oog op een een weinig lekkende recuperatie is deze plaats te verkiezen boven het punt waar de recuperatie in het schoorsteenkanaal uitmondt (dus het zelfde punt waar de temperatuur wordt gemeten).
Deze ononderbroken temperatuurmeting geschiedt met thermo-couples, terwijl de ononderbroken geschiedt met behulp van registreerende koolzuurinstrumenten. Van deze registreerende koolzuurinstrumenten kunnen worden genoemd :
de öconograph;
het Aoos-apparaatj
rookgas-analyseerapparaat volgens Eckardt;
Mono-toestel;
Duplex mono-toestel, hetwelk behalve het CO.-gehalte ook het CO-gehalte registreert.
Voor een meer volledig overzicht van de toestellen op dit gebied vervaardigd, wordt verwezen naar het artikel van Otto Braun in het Journal für Gasbeleuchtung und Wasserversorgung van 1920, n°. 20, blz. 310. Deze deelt de genoemde toestellen in als volgt:
a. berustende op zuiver physische methoden;
b. berustende op physisch-chem. methoden.
Al deze instrumenten te behandelen is niet mijn bedoeling. Wel een instrument, hetwelk in dat artikel niet behandeld is, zijnde de registreerende koolzuur-inrichting, welke geleverd wordt door „The Cambridge and Paul
Instrument Co.”, welke hier te lande door de firma Berg en Burg te Amsterdam wordt vertegenwoordigd.
De straks door mij genoemde reeks toestellen kan ook worden verdeeld in :
I. die welke berusten op de absorptie van het CO.) door kali;
11. die welke gebaseerd zijn op de waarneming van één of andere physische eigenschap, welke in bepaalde verhouding en binnen vaste grenzen varieert al naar het percentage van het gas, dat aanwezig is.
De onder 1 genoemde toestellen, waartoe öconograph en Aoos-apparaat behooren, zijn allen grootendeels uit teere glasdeelen opgebouwd en moeten op eenigen afstand van de oven worden opgesteld, (maar niet te ver daarvan verwijderd). De instrumenten moeten van tijd tot tijd zorgvuldig worden nagezien om te worden schoongemaakt en de reagentia te ververschen.
Indien men op verschillende plaatsen meerdei e metingen wenscht te doen, dan moet men over meerdere toestellen beschikken. De öconograph wordt dan meestal ook gebruikt om het te registreeren van het rookgas uit het rookkanaal. Zijn er verscheidene ovens op dit rookkanaal geplaatst, dan krijgt men dus een indruk van het totale blok, maar niet van iedere oven afzonderlijk.
Wanneer men voortdurende metingen van het COo-percentage op verschillende punten wil doen, moet men een toestel hebben, dat met deze verschillende punten correspondeert; men moet dus hebben een veelpuntige installatie.
De instrumenten door de Cambridge ont-
Afb. 2. Brug naar Wheatstone.