aangetoond, waarbij links de Mekervlam en rechts de Tecluvlam is afgebeeld. De Mekervlam is venijnig heet, zoodat zelfs bij een kleinen brander ■ aan dun platinadraad een

gelijkmatig is. Een groot voordeel voor dezen brander is bovendien, dat hij met drie verschillende opzetstukken kan worden voorzien, een langwerpig stuk, dat een platte vlam geeft van ± 5 c.M. breedte en ± 1,5 millimeter dikte, een kruisstuk, dat een kruisvormige vlam geeft en een soort van gieteropzet, die een groot aantal kleine spitse vlammen over een cirkeloppervlak van + 8 c. M. middellijn verdeelt. De platte vlam is uitmuntend voor het verhitten van langwerpige toestellen, zoowel als voor bewerkingen met glazen buizen. De beide anderen vlammenmodellen vinden een goed gebruik voor het verhitten van kleinere toestellen, zoowel als van schaaltjes.

Het gieteropzetstuk geeft het voordeel, dat door de nauwe gaatjes de vlam niet inslaat.

bolletje smelt. Goud- en zilverdraad smelten direct weg. Voor het gewone verwarmingswerk heeft men meer aan den Teclubrander, die ook een zeer heete vlam geeft, welke echter meer

Afb. 1

zoodat deze combinatie nog al toepassing vindt voor de verwarming van oventjes, drooginrichtingen, broedstoven, die men gaarne met weinig of geen toezicht wil laten werken.

Is het bovendien noodig, dat de bewerking op constanten warmtegraad plaats vindt, dan brengt men aan of in het toestel een thermostaat of thermoregulateur aan, verbindt die met den inlaat aan de gaskraan en met den uitlaat aan den brander, waarna het apparaatje op de gewenschte temperatuur kan worden afgeregeld. Met een kwik-thermostaat kan men op alle temperaturen tusschen kamertemperatuur en ruim 300“ C. instellen.

Wij komen thans aan het warm-water-vraagstuk.

Warm water is een artikel, dat door den arts, den tandarts, in de klinieken, consultatie-