kleine plaatsen voordeelig blijken. Wat nu de bereiding van een neutraal sulfaat betreft, zoo kan men hierbij een viertal wijzen van werken onderscheiden.

Bereiding van neutraal zout direct in den saturator.

20. Uitwasschen van het pas geschepte zout met water of ammoniak-oplossingen.

30. Behandelen van het zout met gasvormige ammoniak.

40. Mengen van het zout met een neutraliseerende vaste stof.

Voor de bereiding van een hoog procents zout worden deze methoden meestal gecombineerd met een of ander droogproces. Wij brengen terloops in herinnering, dat het chemisch zuivere sulfaat 25,75 procent ammoniak en 21,21 O/q stikstof bevat, welke cijfers bij het handelszout door 2—4 procent vocht en 0,5—0,8 0/0 vrij zuur, tot op gemiddeld 20,5 0/0 stikstof en 24,8 O/g ammoniak dalen.

De bereiding van neutraal sulfaat in den saturator, is door menigeen wel eens beproefd, welke proeven meestal onaangename herinneringen achtergelaten hebben. Het scheppen van sulfaat uit een alkalfsch geworden saturator, geeft steeds aanleiding tot klachten, dat het zout slecht droogt. Erger is daarbij, dat het zout een groote kans krijgt op een donkergrijze of blauwe verkleuring. Zoodra er in het bad alkaliteit intreedt, vindt er vorming van zwavelijzer en van ferrocyaan-zouten plaats, welke laatste dan op hun beurt tot blauwvorming overgaan.

Bij het door Hansford aangegeven, zoogenaamde Bedford systeem, wordt getracht een verkleuring te voorkomen, door het gebruik maken van twee aan elkaar verbonden saturatoren, waarbij tusschen een primairen en een secundairen saturator onderscheid gemaakt wordt. Deze secundaire saturator dient alleen voor nawassching der afvoergassen van den primairen, dus voor het vermijden van ammoniakverliezen. Men zou dus met evenveel succes van een Zimpelsche klok kunnen gebruik maken.

De eerste saturator is voorzien van een roerinrichting of een agitator, die stoom in de zoutloog blaast en aldus een krachtige beweging veroorzaakt. Het proces wordt nu zoodanig geleid, dat eerst met den primairen saturator op gewone wijze gewerkt wordt en de afvoergassen den gewonen weg naar den schoor-

steen volgen. Zoodra het zuur voor een groot deel verzadigd is, sluit men de afvoergassenleiding, waardoor deze nu den weg nemen door den tweeden saturator, terwijl tevens de roerinrichting in den eersten bak in werking gesteld wordt. Er wordt nu doorgewerkt tot de loog in den eersten saturator met methyloranje neutraal reageert, waarna het geheele bedrijf op den tweeden saturator wordt omgezet. De eerste saturator wordt nu op gewone wijze geschept. Na afloop hiervan laat men den inhoud van den secundairen naar n“. 1 vloeien en voorziet beide bakken van versch zuur.

Het bedrijf schijnt dus tamelijk primitief. De reeds genoemde nadeelen maken zich kenbaar door een donkergrijze kleur van het zout, terwijl ook na volkomen uitlekking het vochtgehalte op 6 procent blijft.

Dit zout wordt nu verder op een ronde stalen tafel met roteerende harken gedroogd, waarbij een paar kleine rollers telkens de kluiten fijn maken. Aldus wordt vrij snel een volmaakt droog en poedervormig, niet samenbakkend zout verkregen. De tafel wordt door gasbranders verwarmd en het gasverbruik hiervoor bedraagt 2,7 Mi< per 100 K.G. zout.

Het aldus behandelde zout bevat 21,10 0/q stikstof of 25,7 ammoniak, 0,14—0,18 0/g vocht, geen vrij zuur en heeft dus een percentage van 99,89 '■'/o zuiver sulfaat.

Het schijnt, dat de South Metropolitan Gas Comp. dit procédé ook in den aanvang heeft toegepast, doch de ondervinding' moet geleerd hebben, dat het zich voor toepassing op uitgebreide schaal minder goed leent.

In zeker opzicht zou men het Eng. patent 178046 van Dr. R. Lessing ook onder deze rubriek kunnen brengen.

Dit patent geeft als oorzaak van veel vocht in het geproduceerde sulfaat aan, dat bij het sulfaatscheppen uit den saturator de kristalbrij door uitkristalliseeren van de moederloog bij bekoeling tot een tamelijk stevige massa stolt, die het overtollige vocht opgesloten houdt.

Daarom wordt verbetering gezocht, door het sulfaat te scheppen in een lekbak, die van buiten geisoleerd is en voor een deel door stoom verwarmd wordt. De inrichting wordt dan in tweeën gesplitst en de geïsoleerde lekbak wordt als een lossen bak met geperforeerde bodem gedacht, die op een met stoom verwarmde vacuuminrichting geplaatst wordt.