ideeen en mededeelingen over de Nederlandsche practijk zal brengen.
Wij stellen het op den hoogsten prijs, dat wij Mr. H. M. Hymans, Hoofd van het Gevangeniswezen in Nederlandsch Indiƫ, bereid hebben gevonden in het correspondentschap op te treden. Omdat wij weten, uit zijn werk en uit zijn geschriften, dat hij van gelijken geest bezield is als wij. En verder ook omdat door zijn medewerking op zoo gelukkige wijze wordt in practijk gebracht, wat o.i. op ons terrein een gebiedende eisch is; de eendrachtige samenwerking van rijks- en particulieren arbeid. In Dr. W. F. Theunissen, thans Directeur van het krankzinnigengesticht te Magelang, die, tijdens zijn verblijf onlangs in Nederland, zich nog speciaal verder bekwaamde in de forensisch psychiatrische wetenschap en practijk, vonden wij een mede gelijkgezind en gewaardeerd medewerker voor de kwesties die op zijn speciaal terrein liggen. Met een derde correspondent, vooral voor de strafrechtspraak in Indiƫ, zijn wij nog in onderhandeling.
De psychopathenwet.
De afschuwelijke Wychensche moord had kunnen voorkomen worden: de dader was een man van wien reeds lang geleden door psychiatrisch onderzoek had kunnen worden vastgesteld dat hij, op grond van zijn psychische gesteldheid, niet zonder groot gevaar voor leven en welzijn van anderen in de maatschappij kon gelaten worden. Een psychopathenwet, die lange interneering mogelijk maakt, zou dezen man de gelegenheid tot zijn laatste misdrijf ontnomen hebben. Maar de psychopathenwet was er nog niet, zoodat de Rechterlijke Macht buiten staat was door haar ingrijpen dit nieuwe en afschuwelijke misdrijf te voorkomen. En de psychopathenwet is er nog niet. De dader van den Wychenschen moord heeft in eersten aanleg levenslang gekregen, zoodat van hem wel geen herhaling van misdrijf te vreezen is. Maar in een van onze andere gevangenissen zit een ander man (zie het artikel van Dr. P. Bierens de Haan in ons vorig nummer). Die man heeft reeds tot tweemaal toe een vreeselijk misdrijf gepleegd. Eenmaal heeft hij een meisje vermoord en kreeg straf. Bijna terstond na zijn invrijheidstelling verkracht hij een vrouw en krijgt weer een straf. Ook van dezen man is op grond van psychiatrische waarneming te zeggen, dat hij na het einde van de huidige straf zeer waarschijnlijk spoedig opnieuw een soortgelijkmisdrijfzalplegen. Hij komt vrij in Mei 1926, zoodat wij nog voor het einde van 1926 van dezen man een nieuw en vreeselijk feit kunnen ver-