ten worden, zowel door Dupouy en Chatagnon als door Tomescu vermeld; overigens zijn mij geen gegevens uit de litteratuur toegankelijk geworden. De veronderstelling lijkt mij echter niet gewaagd, dat de criminaliteit der spelers, hoewel aanzienhjk, minder groot is dan die der drinkers en dat vooral hun gewelddadige en sexuele criminaliteit bij die der alcoholisten achterbhjft. Indien dit juist is, kan dit het beste worden verklaard door voor de criminaliteit der alcoholisten naast de minderwaardige aanleg bovendien de vergift werking van de alcohol verantwoordelijk te stellen, waardoor het verstand wordt aangetast en de minderwaardige karaktereigenschappen benevens de primaire functie nog worden versterkt.

Belangwekkend zijn ten slotte de punten, waarin drinkers en spelers van elkander verschillen. Zij betreffen de intelligentie en de emotionaliteit. De eerste is bij de drinkers van huis uit niet minder dan gemiddeld, maar lijdt door vergiftiging. Op fraaie wijze wordt deze opvatting bevestigd door een tweede onderzoek van Hazel-HOFF en Horst (3), waarbij zij langs experimentele weg aantoonden, dat in opmerkzaamheid en associatieve functie na zes maanden verpleging te Hoog-HuUen een aanmerkehjke verbetering tot stand kwam. Wel is de opmerkzaamheid geen element van de intelligentie, maar zij is toch van duidelijke invloed op het resultaat van alle intellectuele operaties, terwijl de associatieve functie als een echt deel van de intelligentie moet worden beschouwd (10). Het feit nu, dat beide bij alcoholisten aanmerkelijk boven hun oorspronkelijk zeer lage peil kunnen stijgen na een periode van geheel-onthouding, bevestigt de veronderstelling dat het oorspronkehjke zeer lage peil aan een vergiftigingstoestand moet worden geweten. Van zulk een vergiftigingstoestand is bij de spelers geen sprake. Toch schieten de spelers om grof geld op velerlei gebied in verstandelijke praestaties aanmerkehjk tekort, maar de gematigde spelers anders dan de gematigde drinkers doen aan deze achterstand tot op zekere hoogte mee, daarbij duidehjk een tendentie vertonende tot het innemen van een middenpositie tussen de spelers om grof geld en het algemene gemiddelde. Daarom moet ook ter verklaring der geringe verstandelijke praestaties der spelers aan een constitutionele factor gedacht worden. Zoals boven werd betoogd, maken enige zeer goed ontwikkelde verstandehjke capaciteiten, die juist bij het hazardspel van groot belang zijn, het echter minder waarschijnhjk, dat wij met