Organismen und Umweli, 1939. Zwanzig Vortrage, herausgegeben von R. Otto, K. Felix und F. Linke (Dresden-Leipzig, Th. Steinkopff, 1939, 275 pp. Prijs Rmk. 11.25).

Behalve jaarlijksche Frankfurter Konferenzen für Medizinisch-Naturwissenschaftliche Zusammenarbeit, organiseert de Universiteit Frankfurt a. Main vijfjaarlijksche Wissenschaftliche Wochen, die een eenigszins internationaal karakter dragen, en welke aan een bepaald gebied van medisch-natuurwetenschappelijken aard gewijd zijn. Zoo werd in de Erste Wissenschaftliche Woche (1934) een reeks voordrachten gehouden over Erbbiologie, Carcinom en Problemen van bacteriologie, immunologie en experimenteele therapie. De nu gepubliceerde bundel bevat de lezingen, die in 1939 het verhand tusschen organismen en hun milieu tot onderwerp hadden. Daaronder zijn er een aantal van zuiver biologisch karakter, maar daarnaast bevinden er zich ook eenige, die voor de anthropobiologie wel van waarde zijn.

Zoo geeft O. von Verschuer een algemeene uiteenzetting van de verhouding tusschen erfelijken aanleg en omgevingsinvloeden, E. Ro-DENWALDT over het verband tusschen ras en milieu, W. Hellpach over de betrekkingen tusschen de menschelijke psyche en zijn omgeving, Emil Küster over den mensch in het ruimteklimaat, K. Wezler over de individueele reactie van het menschelijk organisme, H. Cauer en H. Kammerer over chemische bijmengselen van de lucht en allergische stoffen, K. Kisskalt, R. Prigge en H. Kleinschmidt over de beteekenis der micro-organismen voor het leven van den mensch. Een bundel dus, rijk aan inbond en verscheidenheid. M. J. S.

Handbuch der Erhkrankheiten, Band 2, herausgegeben von A. GÜTXj Die Schizophrenie. R.M. 24, geb. R.M. 26 (25% korting) (Leipzig, Georg Thieme Verlag, 1939).

Evenals bij het artikel van Kehrer in Band 3 komt het nadeel van een ~Handhuch der erfelijke ziekten ook in dit deel weer naar voren. Het klinische deel van Kihn geeft zeker een goed overzicht, maar geeft voor den niet-psychiater veel, wat buiten het kader van een ~leerboek” uitgaat en voor den psychiater veel minder, dan de titel „Handbuch” doet verwachten. De band over de schizophrenie in het handboek over de psychiatrie van Bumke toont aan, dat het klinische deel van Kihn niet op het peil van een ~Handbuch” staat.

Luxenburger bespreekt de erfelijkheidsproblemen zeer systematisch, en uitvoerig. Dit deel staat technisch zeker op het te verwachten peil. Hij zet als zijn standpunt uiteen, dat het schizophrene genotype gebonden is aan de chromosomen van de kernen, dat we bij dit genotype niet te maken hebben met een plasmatische erfelijkheid. De abnormale chromosomenstruktuur, die de basis vormt van de schizophrenie, is volgens hem waarschijnlijk telkens weer door mutatie ontstaan en zou ook nu telkens