Muizenkanker. Leonell C. Strong heeft de invloed der voeding nagegaan op het ontstaan van borstklierkanker bij muizen en zijn resultaten vergeleken met die van andere onderzoekers, o.a. onze landgenoot Korteweg. Geconcludeerd wordt, dat de bedoelde afwijking niet uitsluitend erfelijk bepaald is, niet alleen een aangeboren ziekte is, noch uitsluitend door uitwendige factoren ontstaat. De ziekte ontstaat door de samenwerking van verschillende factoren en verdere analyse van deze factoren is noodig, alvorens iets meer over de erfelijke basis kan worden geconcludeerd. [Journ. Heredity jj, 1940; 9-12.]
Een Siameesche tweeling. In Moscou werd een Siameesche tweeling levend geboren en een jaar bestudeerd, waarna de dood intrad tengevolge van longontsteking. De tweeling had 2 hoofden en 4 armen; de vergroeiing begon bij de schouders; er waren 2 beenen. Inwendig werden 2 borstklieren, 2 harten in één vlies, 4 longen, 1 navel, 2 magen, 1 lever en 4 nieren aangetroffen. Het meest opvallende was echter, dat de partners individueel reageerden op pijn en individueel sliepen. De verklaring ligt in het bestaan van 2 zenuwstelsels. Hieruit volgt, dat slaap niet samenhangt met de bloedsomloop. [Helen Black in Journ. Heredity 31 1940' 16-18.]
Speekselafscheiding. Aan het ~Leningrad Institute for medical qualification” verricht Kanaev nauwkeurige onderzoekingen over de speekselafscheiding als functie van het zenuwstelsel. Hij onderscheidt: spontane, bepaalde en onbepaalde afscheiding en wij kunnen ons deze begrippen het best op de volgende wijze duidelijk maken. Spontane afscheiding geschiedt op ieder willekeurig moment. Wordt een prikkel toegediend, b.v. voedsel, dan begint een bepaalde afscheiding, terwijl direct na de werking van deze prikkel de onbepaalde afscheiding bestaat.
Het voornaamste resultaat, dat ons thans interesseert, is het verschil tusschen leden van ééneiïge tweelingparen met betrekking tot de spontane en de bepaélde afscheiding. Daarentegen is er meest groote overeenkomst in de onbepaalde afscheiding. Deze laatste wordt dan ook voor een belangrijk deel aan erfelijke aanleg toegeschreven, de beide andere allereerst aan milieuinvloeden. In overeenstemming hiermee werd gevonden, dat er wel correlatie bestaat tusschen spontane en bepéélde afscheiding, echter niet tusschen spontane en onbepaalde of bepéélde en onbepaalde afscheiding. [C. R. (Doklady) Acad. Sci. U.R.S.S. 25, 1939: 215-227.]