cyclothymen neigen meer tot affecthandelingen dan tot eigendomsdelicten, voor de andere groepen geldt het omgekeerde. Volgens ViERNSTEiN zijn de cyclothymen ook veel vatbaarder voor verbetering dan de schizothymen.
Gunzburg heeft in dit tijdschrift een artikel gewijd aan de bij misdadigers gevonden stoornissen van de inwendige secretie, die vooral door Italiaansche geleerden ontdekt zijn. Volgens hem zijn „de correlaties tusschen misdaad, psychische geaardheid en constitutioneele verschijning niet meer weg te cijferen”.
De gegevens hebben hoogstens beteekenis van aanwijzingen, niet van bewijzen.
Uit alle hierboven besproken gegevens is naar ik hoop wel duidelijk geworden van hoeveel belang een karakterologisch-psychiatrisch onderzoek van misdadigers is en hoe recht en billijkheid eischen, dat niet het misdrijf clichéachtig berecht wordt, maar dat de strafmaat en de beschermingsmaatregelen van de maatschappij worden bepaald naar de toerekenbaarheid van den bedrijver. Slechts zeer zelden zal men bij psychopathen tot volkomen toerekenbaarheid besluiten. Dit is echter een vraagstuk op zichzelf, waarover ik mij elders geuit heb en waarop ik hier niet dieper kan ingaan. Zoolang oordeels- en gevoelsargumenten nog eenigen weerklank bij hen vinden is invloed denkbaar van de pogingen tot opvoeding, waartoe ons solidariteitsgevoel ons drijft.
Want wat wij wel het allerminst mogen doen, is hooghartig op asocialen en crimineelen neerzien. Laten wij liever de hand in eigen boezem steken. Er ligt veel waarheid in de in het Christendom uitgesproken gedachte, dat de mensch geneigd is tot alle kwaad, omdat volgens de psychologen ook de normale mensch van alle karakters wel iets in zich heeft, al zal een bepaald type bij hem domineeren en omdat er geleidelijke overgangen van het normale naar het psychopathische bestaan. Stumpfl (blz. 167) formuleert dit aldus: „dass grundsatzlich jeder Mensch einer einmaligen verbrecherischen Tat im Sinne der Konfliktkriminalitat fahig ist”. En wij mogen ons dankbaar en gelukkig prijzen, wanneer opvoeding en levensomstandigheden ons voor struikelen hebben behoed. Bij normalen behoeden gewoonlijk een diep gevoeld berouw, een wilsbesluit, en wijze voorzichtigheid voor recidief. Dat is het onderscheid met de gewoontemisdadigers, wier geweten vanwege hun psychopathievorm