Geheel wanhopig ziet het er niet uit. Er zijn ook kakogenetische families, waar men door verwijdering en opvoeding meer of rninder groote successen heeft kunnen boeken. Maar daarmee was de psychopathie niet uit het geslacht verwijderd. In het licht der feiten zullen we geen oogkleppen aandoen, maar ons bezinnen op de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Vooral, wanneer wij zien, dat de nakomelingschap zelfs van recidivisten, die nog een groot deel van hun leven uit de gemeenschap verwijderd worden, uitstijgt boven het minimum (3.4 k. per gezin) om eigen peil in de bevolking in stand te houden.
Wat de voortplanting bij crimineelen betreft is een interessant onderzoek gedaan door Stumpfl (1934), die ook hier recidivisten en gelegenheidsmisdadigers scheidde. De psychopathische aanleg van de eersten komt reeds hierin uit, dat 41.5 ± 3.51% ongehuwd bleef, een groot aantal evenals bij zwakzinnigen. Bij de tweede groep is dit 6.6 ± 1.93% dus gelijk aan die van de doorsneebevolking.
Stumpfl vond bij de gehuwde recidivistengroep 3.42 k. per ouderpaar (415.5 op 242 ouders) en bij de gehuwde g. groep 3.12 k. (520 op 332 ouders). Bij de eersten is grooter kindersterfte, doordat het gezin verwaarloosd wordt tijdens de gevangenisstraffen en omdat ook de moeders hier ongunstiger typen zijn. Neemt men wettige en onwettige kinderen bijeen, dan vindt men in de r. groep 4.2, in de g. groep 3.5 levendgeboren kinderen per ouderpaar, in ieder geval juist genoeg om de ouders te vervangen. En dat, terwijl allerlei omstandigheden de vruchtbaarheid bij de r. groep remmen! (het aantal vruchtbare jaren is daar gemiddeld de helft). [Eigenhjk zou de vruchtbaarheid bij de r. groep dubbel zoo groot als bij de g. groep genoemd moeten worden, zooals Lange dat practisch voor een bepaalde groep van recidivisten gevonden heeft (nl. gem. 7.56 k.). Van alcoholisten is de groote vruchtbaarheid eveneens bekend. Jaren geleden hebben zoowel Goring als Carr Saunders in Engeland als gemiddeld kindertal van allerlei misdadigers 7 gevonden. Voor de ernstige crimineelen vond Goring gem. 3.5 kind per gezin, maar de zuigelingensterfte was daar het dubbele van de normale bevolking nl. 31.5% tegen 15%. In ons land zijn mij geen cijfers over gezinnen van crimineelen bekend, maar ik weet een voorbeeld van een 15- jarigen strooper en moordenaar, die als zonderling bekend stond en uit een gezin van 10 kinderen voortkwam. Een 14-jarige broer was