wijten. Als men leest, dat deze landloopers en gauwdieven bij hun huwelijk positief uitkijken naar vrouwen, die eveneens goed kunnen landloopen en bedelen, dan is het toch wel duidelijk hoe verderfelijk dit „soort zoekt soort” werkt en hoe deze psychopathen zich zelf bestendigen en handhaven door aan hun kinderen grootendeels denzelfden aanleg door te geven en hun bijna allen hetzelfde door hen geschapen treurige milieu aan te bieden. Als ik zeer tot mijn leedwezen verneem, dat de pogingen om in Zwitserland kinderen uit de familie s Zero en Markus te redden, door hun goede pleegouders en gestichten te bezorgen, grootendeels mislukten en als reeds een weeshuispredikant ScHÖLL dat in 1793 voor leden van het door Ritter onderzochte menschenslag bevestigt, dan mag mijn tegenzin toch niet zoo ver gaan, dat ik deze feiten veronachtzaam of zelfs ontken. Een zelfde teleurstelling heeft een bekend Hamburger philanthroop opgedaan, waarover de predikant Seyfarth aan den zenuwarts Kankeleit vertelde. In een opvoedkundig voorbeeldige, boschrijke omgeving trachtte hij het lot van vondelingen en misdadigerskinderen te verbeteren en geest en gemoed te verheffen. Volgens de hoofdverpleegster waren de gevolgen meer dan bedroevend, daar reeds in het 5e k 6e levensjaar de onaangename psychopathische geërfde trekken tot uiting kwamen, en de betere neigingen overwoekerden.
Deze psychopathie zet zich ook in gunstige omstandigheden door, bijv. bij een dergelijk voorkind, opgevoed te midden van een psychisch gezonde broer- en zusterschaar of ook naast het bezit van een goed verstand, tot zelfs in academische kringen toe (voorbeeld van Lange). Zeer teleurstellend is ook het experiment van de Fransche regeering, die de onverbeterlijke misdadigers naar Guyana en de hoopvollen naar Nieuw-Caledonië zendt. De laatsten kunnen door goed gedrag vooruitkomen tot een min of meer vrije positie met vergunning tot huwen. Evenwel hier komt de kortzichtigheid van het gouvernement uit! Want voor hun vrouwen mogen zij kiezen uit eveneens geinterneerde vrouwelijke recidivisten. Hunne kinderen zijn vanaf 1887 in internaten, op 200 km afstand van de misdadigersnederzetting opgevoed —. Het succes was uitermate gering: zoons en dochters werden weer berucht wegens hun misdrijven en prostitutie. Een ongelukkige erfenis van twee zijden was machtiger dan de opvoeding.