DE BIOLOGISCHE ONDERGROND VAN DE CRIMINALITEIT
Tweelingen, criminaliteit en karakter. 111. Alle biologische GEGEVENS TEZAMEN EN HUNNE PERSPECTIEVEN
DOOR Dr. P. J. Waardenburg (Arnhem)
Door de resultaten van het onderzoek van tweelingen komen alle feiten en cijfers, waarover men verder beschikt, in een nieuw licht te staan. Uit de tweelingenleer vernemen wij, dat psychopathische trekken een erfelijken ondergrond hebben. Uit het familieonderzoek leeren wij, dat zij regelrecht van geslacht op geslacht doorgaan. Hoewel er geen erfelijkheid van misdadigen aanleg als zoodanig bestaat, wordt de pyschopathie, die tot de recidiveerende misdadigheid in een ongunstig milieu voorbeschikt, wel degelijk regelrecht doorgeërfd en kan zich dan door het slechte voorbeeld in de gezinssfeer, weer op soortgeüjke wijze uiten, zoodat het lijkt, alsof de misdadigheid als zoodanig is voortgeërfd. Zeer sprekende cijfers werden in dit opzicht door opzettelijke onderzoekingen verkregen. Zoo ging Stumpfl (1934) de familiegeschiedenis na van 195 ernstige en 166 lichte crimineelen. In Duitschland bedraagt het aantal gestraften bij de mannelijke bevolking ± 5 %, bij de vrouwelijke ligt dit cijfer zeer veel lager. Het volgende staatje geeft een overzicht van de ervaringen van Stumpfl:
Het percentage gestraften bedroeg voor;
bij recidivisten broers zusters neven nichten vaders moeders 35.8 11.2 17.5 3.9 28.4 14.3 bij éénmaal gestraften 10.8 1.9
De gevolgen worden duidelijker, als men van de vaders zelf uitgaat. Daartoe verzamelde Stumpfl 56 in een tuchthuis gedetineerde