verdwenen, maar herstelt zich daarna weer eenigszins. De militaire beroepen hebben zich kunnen handhaven en maken in de beide laatste filiaties ongeveer 25% van het totaal uit, in de Ve zelfs bijna 40%.
Wat de vrouwen betreft, blijkt, dat er slechts weinig waren met een beroep. In de Vle filiatie komen er het eerst voor, n.l. een hofdame en een religieuse, in de Vlle: hofdame, verpleegster, schilderes, geestehjke zuster, directrice kinderziekenhuis, in de Vllle verpleegster, besturend zuster diaconessehuis, hofdame, adj. commies bij een departement, onderwijzeres. Van de 21 waren 6 religieusen.
Hoewel in de parenteel K.G. van velen het beroep onbekend is, bhjkt er toch wel iets uit het volgende staatje:
7e. Overgang van den achternaam. De vraag, of de naam zich handhaaft in de achtereenvolgende filiaties, d.w.z. in hoeverre de parenteel meer vrouwen dan mannen bevat, is onderzocht voor K.G. Daarbij is gevonden, dat 9 namen voorkomen in 2 filiaties, 3 namen in 3, 1 naam in 4, en slechts 1 naam in alle 5 filiaties.
*) conrector, notaris, dichter.
Beroep | I II 111 IV V 1 Zeevarende (kap.). . . 2 2 1 Koopman – – – 2 3 Militair – – I Bestuur 1 4 4 1 Jurist – – Apotheker – 1 1 1 Predikant – 1 1 Intellectueel beroep – – – – 1 Medicius – – – 1 Winkelier – – – 1 Pakhuiswerkman. . . – – – 1 1