De vergelijking met de cijfers voor de Nederlandsche bevolking in 1918 en 1936 is niet geheel juist, omdat bij de parenteelen bekend is, hoevelen van de voor het eerst gehuwden later hertrouwd zijn, terwijl voor Nederland de in een bepaald jaar gehuwden vergeleken zijn met de in datzelfde jaar voor de 2e en de 3e maal gehuwden, dus met andere personen. Het eerste gegeven is n.l. niet in de statistiek opgenomen. Niettemin is de vergelijking als algemeen beeld wel bruikbaar, als men bedenkt, dat de vermindering der sterfte, met als gevolg een kleiner aantal weduwnaars en weduwen in de jongere leeftijden, het hertrouwen heeft doen afnemen.

111. De geboorte

le. De frequentie.

Voor de parenteel P.N. is beproefd voor de verschillende filiaties een geboortecijfer (aantal geboorten op 1000 aanwezigen) vast te stellen, dat vergehjkbaar is met het geboortecijfer in een bepaalde bevolking; dit was mogehjk, doordat het aantal geborenen in elk der jaren van 1655 tot 1877, waarover de parenteel loopt, bekend is met uitzondering van een aantal van 141 parenteeUeden op de 2100, d.i. 7%, wier geboortedatum niet bekend is.

Aangezien het aantal geborenen in de achtereenvolgende jaren sterk verschilt (zie ook tab. 7 op blz. 290), kan men een bruikbaar geboortecijfer slechts verkrijgen door het jaarhjksch gemiddelde van een bepaalde periode, waarvoor men het best een filiatie kan nemen, te vergelijken met het aantal aanwezigen in het midden dier periode. Niet alle filiaties zijn hiervoor echter geschikt, omdat zij elkaar somtijds overlappen, somtijds niet. Zoo is er in het mediaanjaar 1750 (zie boven) der IVde filiatie een inzinking, omdat de geboorteperiode der Ille filiatie eenige jaren tevoren was geƫindigd en die der Ve filiatie eerst eenige jaren daarna aanving. Het meest geschikt voor de vaststelling van een geboortecijfer vormen de drie 15-jarige perioden, waarvan de mediaanjaren waren: 1783, 1812 en 1849. Dit gaf het volgende resultaat, dat wij weder met het Nederlandsche geboortecijfer vergelijken: