Diphtheriebi'strijding in Tsjechoslowakijc. De toename van de ziektegevallen van diphlherie in de laatste maanden van 1932 heeft het Tsjechoslowaaksche Ministerie van Volksgezondheid doen besluiten de aandacht te vestigen op hetgeen ter bestrijding dezer ziekte kan worden gedaan. Een toenemen van het aantal gevallen van diphterie is zoowel in de Tsjechoslowaaksche republiek, als in de naburige Staten aan te toonen en er is te vreezen, dat de ziekte slechts over eenige jaren het hoogtepunt bereikt zal hebben. Indien anatoxine-Ramon gewenscht wordt ter immuniseering van kinderen van I—7 jaar, eventueel van 7—14 jaar, zoo zal de Staat deze verschaffen voor zoover het entingen bij on- en minvermogenden betreft. In het honorarium voor de artsen wordt echter niet gesubsidieerd. Ook voor entingen bij tot betalen in staat zijnden wordt geen geld beschikbaar gesteld, noch entstof, behoudens in bijzondere gevallen. De Minister wijst er op, dat de inzichten nog uiteenloopen met betrekking tot de vraag over de vatbaarheid voor aansteken met diphtherie in tijd van de diphtherie-enting. Bewijzen voor een negatieve phase zijn nog niet gegeven. Tegengestelde meeningen zijn echter ook niet op de door de Hygiëne-commissie van den Volkenbond belegde vergadering van deskundigen te Londen (1931) weerlegd. Er moet op gelet worden, dat in streken, waar veel gevallen van diphtherie voorkomen, kinderen niet in grooten getale in inentingslokalen komen. Den ouders is aan te bevelen in dergelijke streken, de kinderen apart te doen inenten.

Op het noodzakelijke van tijdig toedienen van anti-diphtherieserum wordt met nadruk gewezen. Het resultaat van het bacteriologisch onderzoek dient niet te worden afgewacht. In het algemeen kan worden gezegd, dat hij lichte, verdachte gevallen een dosis van 200 eenheden per K.G. lichaamsgewicht voldoende is.

Bij ernstiger gevallen of als reeds eenige dagen verstreken zijn hetgeen meestal bij jonge kinderen het geval is, spuit men 500 eenheden op 1 K.G. gewicht in, eventueel hoogere dosen.

Verder wordt gewezen op de noodzakelijkheid van allerlei sanitaire maatregelen, op de isoleering van patiënten, op het noodzakelijke, huisgenooten niet tijdens het incubatietijdperk naar school te zenden, van een juist doorgevoerde desinfectie, maatregelen ten aanzien van kiemdragers.

P.