In de eerste plaats verdient het zeker aanbeveling deze inrichtingen zoodanig aan te leggen, dat stroomend water, waarin geen rioolvuil te lande komt, aanwezig is, of althans, dat de toestand zoodanig is, dat vrij geregelde verversching van het water mogelijk is. Op het vraagstuk van de chloreering van het water meen ik hier niet te moeten ingaan. Ratten nestelen niet gaarne in stroomend water.
Vervolgens zal men deze inrichtingen zooveel mogelijk moeten trachten ~ratproof” te maken, d.w.z. ze zoo te bouwen dat ratten er niet kunnen nestelen, nog beter, dat ratten er geen toegang kunnen verkrijgen. Reeds lang is deze methode toegepast hij de graanpakhuizen, waar groote schade geleden werd door het feit, dat ratten voor belangrijke sommen per jaar aan graan verslonden. Dat ~ratproof” maken zal voornamelijk bestaan in het bouwen van een cementen bassin, en het gebruiken van zoo weinig mogelijk hout, terwijl ervoor moet worden gezorgd, dat geen doode ruimten ontstaan, die niet gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd op het eventueel toch nog nestelen van ratten.
Zooals de toestand thans is in vele zweminrichtingen is het heel begrijpelijk, dat de ratten zich daar zeer behagelijk gevoelen. Er is alle gelegenheid onder de houten plankiers en steigers om ongestoord daar te verblijven. Daarbij komt nog, dat ze voldoende voeding vaak vinden in de resten van voedingsmiddelen, die door de bezoekers van die inrichtingen worden achtergelaten. Maar daarover straks.
Wanneer eenmaal de ratten uit eene zweminrichting zijn verdreven, dan kan men trachten deze uit het water te houden door dit te omringen door een betonnen muur, maar van een hoogte zoodanig, dat een krachtige rat niet erover kan springen h.v. 1 Meter. Boven aan het muurtje brengt men een schuine rand aan den buitenkant aau, waardoor een rat, die langs de mogelijke oneffenheden toch nog naar hoven zou geklommen zijn, het water toch niet kan bezoeken. Voor een dergelijke versperring ijzergaas te kiezen, zou niet juist zijn, aangezien de ratten langs de tralies dan toch nog naar hoven zouden klimmen, en wellicht zelfs het ijzergaas nog zouden kunnen doorknagen.
Het is duidelijk, dat dit alles meer geldt de officiëele zwem-