worden aangenomen, dat bet water besmet wordt door de urine van ratten, die reeds genoemde spirillen herbergen. Deze ratten zelf worden niet ziek, en dat is juist een moment, dat de verspreiding der ziekte zeer begunstigt, terwijl zij eenige jaren die micro-organismen kunnen blijven uitscbeiden.
De kans om bij baden en zwemmen in open zwemgelegenbeden te worden besmet is dus niet bijzonder groot, maar toch zullen wij alle krachten hebben in te spannen, om die kiem geheel te doen verdwijnen of althans tot een zoo groot mogelijk minimum terug te brengen. Wij hebben toch ervoor te zorgen, dat de ontwikkeling van de zwemsport niet belemmerd wordt door een tot zekere hoogte ongemotiveerde vrees voor bet krijgen van de ziekte van Weil.
Ik meen, dat ik eene beschrijving van de verschijnselen, die zich bij de ziekte van Weil kunnen voordoen, bier gevoegelijk achterwege kan laten. Gelukkig is bet ongetwijfeld, dat, wanneer er vermoeden bestaat op bet aanwezig zijn van deze ziekte, ten minste zekerheid kan worden verkregen door bloedonderzoek.
Ter genezing zijn wij ten minste in bet gelukkige bezit van een serum, boe eerder dit wordt toegepast boe beter.
Wanneer zich reeds geelzucht bij de ziekte ontwikkeld beeft, dan wordt bet resultaat van de seruminspuitingen al meer twijfelacbtig.
Van veel grooter beteekenis, dan ziektebescbrijving en geneeswijze, is voor ons de wijze, waarop we moeten trachten de ziekte te voorkomen.
Met de kennis van het feit, dat de ratten de dragers zijn van de Weilsche ziekte verwekkende micro-organismen, en dat dus de besmetting feitelijk tot de rat is terug te brengen, is bet zonder meer duidelijk, dat de voornaamste wijze van bestrijding der ziekte moet bestaan in bet in bet leven roepen van omstandigheden, waardoor aan de rat de gelegenheid wordt ontnomen bet water van onze bad- en zweminrichtingen te besmetten.
En dat is niet zoo eenvoudig, daar ratten zich blijkbaar tot deze inrichtingen aangetrokken gevoelen. De enquête, die onlangs bij de gemeentebesturen is gehouden, naar bet voor-