wij het nog niet zoo erg behoeven te betreuren dat we in Nederland ter zake niet veel wetten en bepalingen hebben, en wij zullen in bet laatste artikel nog in de gelegenheid zijn nader te beschouwen datgene wat wij in Nederland in den strijd tegen de geslachtsziekten kunnen en moeten doen, en dan ook nog terugkomen op de vraag in hoeverre wetsbepalingen daarbij een gewenscbten of noodzakelijken steun kunnen verleenen.

Dr. E. H. HERMANS.

{Slot volgt).