matiger bestrijding ten opzichte van de geslachtsziekten te signaleeren valt, dan eertijds het geval was. Op talrijke plaatsen reeds zijn belangrijke centra voor de bestrijding van het venerisch euvel gevestigd, en bij de groote uitgestrektheid van het rijk maakt men ook gebruik van rondtrekkende groepen, die plaats voor plaats bezoeken om overal deze ziekten aan te tasten.
In 1927 werd bepaald dat zij, die waarschijnlijk lijdende zijn aan geslachtsziekten, gedwongen kunnen worden zich aan een medisch onderzoek te onderwerpen, terwijl ook gedwongen behandeling voor de zieken wettelijk is vastgelegd, totdat het besmettingsgevaar opgeheven is.
Reeds korten tijd na het inrichten van de Sowjet-Unie is men een krachtigen strijd tegen de prostitutie begonnen en in de eerste circulaire zien wij vermeld, hoe de prostitutie beschuldigd wordt als te zijn een zuivere uiting van het kapitalistische stelsel en dat deze kanker der samenleving zoo spoedig mogelijk dient te verdwijnen uit de Sowjet-Unie, waar immers ook het kapitalistische stelsel verdreven is.
Uit de in den loop der jaren elkaar opvolgende circulaires klinkt echter een zekere mismoedigheid ten opzichte van dit vraagstuk, want bet blijkt wel heel duidelijk, dat men met het kapitalisme de prostitutie niet heeft kunnen verjagen. Talrijke voorschriften en bepalingen zijn en worden nog gemaakt om het prostitutie-euvel zooveel mogelijk den nek in te drukken, en alle vrouwen die worden opgespoord en waarvan blijkt dat zij zich aan prostitutie overgeven, worden naar werkhuizen gebracht, uitgaande van de redeneering dat zij tot de prostitutie komen omdat ze geen ander beroep machtig zijn. Men houdt ze daar dan zoolang, tot ze een ander beroep geleerd hebben, terwijl er ook bepalingen bestaan, waarbij dergelijke vrouwen, nadat ze uit de werkhuizen worden ontslagen, aan een werkkring moeten worden geholpen. Zonder twijfel zullen deze voorschriften veel goeds tot stand brengen, maar wij kunnen voorloopig nog niet gelooven dat ze in staat zullen zijn om de prostitutie geheel en al uit te roeien.
Vermeld dient in dit verband ook de internationale overeenkomst van Brussel van 1924, waarbij de daarbij aangesloten