passeerd en reeds op 1 Nov. 1895 varen de booten onder hun nieuwe kantoorvlag. Daar de N.S.M. nu geen stoombootmaatschappij meer is, gaat de naam met de reederij aan de fa. W. H. Muller & C". over, die dezen ouden dienst als „Batavierlijn” tot nieuwe ontwikkeling gebracht heeft.
De oude N.S.M. draagt van nu af den naam: ,Maatij. voor Scheeps-& Werktuigbouw Fijenoord”. Zoo heeft de stichting van 1823 zich gedeeld in 3 nieuwe organen, die onder de namen: Nederlandsche Stoomboot Reederij-Nederlandsche Stoomboot Maatschappij en Maatschappij voor Scheepsen Werktuigbouw Fijenoord een zelfstandig en krachtig leven blijven ontwikkelen.
Maar het doel, dat Koning Willem 1 en Roentgen zich gesteld hadden, is bereikt. De stoomvaart en de bouw van het stoomschip zijn in ons vaderland in-
heemsche bedrijven geworden,die in steeds stijgende mate arbeid brengen en welvaart verspreiden.
Of met deze laatste wijziging de transformaties geëindigd zullen zijn, is moeilijk te zeggen, want in 1913 heeft Fijenoord een groot terrein aan de rivier beneden Vlaardingen aangekocht om ruimte te behouden voor eventueele wijzigingen of uitbreidingen.
In 1912 is de directie uitgebreid met 2 onderdirecteuren. Als zoodanig zijn benoemd de heer A van Gelder, die reeds sinds 1899 de afdeeling Scheepsbouw te Fijenoord met groote bekwaamheid geleid heeft, en de heer J. H. H. Verloop w. i., tot dien tijd ingenieur aan de fabriek „Werkspoor” te Amsterdam.
Toen de dag begon te naderen, waarop de heer Croll gedurende 25 jaar de directie te Fijenoord gevoerd zal hebben (1 Oct. 1914), gaf hij te kennen.
De Grofsmederij en de Scheepshellingen.
dat hij naar wat rust begon te verlangen en dat hij daarom, na het verstrijken van zijn jubileum, de directie wenschte neer te leggen. De P.C. gevoelde, hoe zeer deze wensch gerechtvaardigd was en dit ontslag werd dus op de meest eervolle wijze tegen 31 Oct. 1914 verleend. Op dien dag had op indrukwekkende wijze het afscheid plaats. De groote nieuwe modelmakerij was tot ontvangzaal ingericht. Met hartelijke en waardeerende woorden werd de scheidende Directeur, staande te midden van zijn gezin, toegesproken en gehuldigd door de ambtenaren, de commissarissen en de werklieden. Ruim 2000 personen waren bij deze plechtigheid tegenwoordig.
De band tusschen den heer Croll en Fijenoord is echter niet verbroken, want weldra werd hij benoemd tot lid en later tot voorzitter der P.C.
Door het aftreden van den heer Croll ontstond er geen moeilijkheid met betrekking tot het aanstellen van een nieuwe directie. Dit geval was door de P.C. tijdig voorzien. De beide Onderdirecteuren, de Heeren Van Gelder en Verloop, werden tot Directeur benoemd, opdat deze omvangrijke directie niet meer op één persoon zou rusten en continuïteit in de wijze van beheer gewaarborgd zou zijn.
De nieuwe directie heeft met opgewektheid haar taak aanvaard. Deze oorlogstijd stelt buitengewone eischen aan de kunde en het doorzicht der directies van industrieele ondernemingen. Voor ieder, die het welmeent met Fijenoord, is het een groote geruststelling te weten, dat de leiding in handen is van mannen, die het bedrijf kennen, het vak verstaan en op wier werkkracht en toewijding men kan bouwen.
Rotterdam, Februari 1916. Tm. P. LÖHNIS.