voor den monitor „Haai”. Dit was een werk van 684 m uit te voeren in twee jaar. Het was een groote opdracht voor Fijenoord, waar de werktuigelijke inrichting nog onvoldoende en ook verouderd was. Er werd een hydraulische pers aangeschaft om pantserplaten te buigen en sporen werden aangelegd, om de zware platen te kunnen vervoeren, terwijl er een gasfabriekje ingericht werd voor de verlichting. De monitor is in de ketelmakerij gebouwd op de helling in de z.g. Batavialoods. Met groote toewijding werd door het personeel dit werk ter hand genomen en met veel scherpzinnigheid is het werk gereed gemaakt op de oude werktuigen, die hiervoor niet ingericht waren. De „Draak” was een succes, hetgeen voor een goed deel te danken was aan het kundige werkvolk van Fijenoord, dat onder een streng, maar rechtvaardig bestuur zijn goede hoedanigheden weder ontplooide en zijn oude reputatie handhaafde.

De Ingenieur der Marine J. W. Calten, die voor den tijd van den bouw van den monitor te Fijenoord gedetacheerd was, trad gedurende dien tijd als Onder-directeur te Fijenoord op.

De opdrachten voor Marine en Koloniën komen in deze jaren geregeld binnen.

De composietbouw is nu in zwang; raderbooten en schroefschepen voor Indië, 4e klasse stoomschepen, nog 2 rammonitors en kanonneerbooten. Later komen de werktuigen voor de Ie kl. stoomschepen en in 1878 wordt de eerste torpedoboot aan de Marine afgeleverd. In 1878 liep ook het schip te water, dat op de hellingen te Fijenoord gebouwd was; 38 waren hiervan bestemd geweest voor ’s Rijks dienst. De grootere werven in ons land bouwden in deze jaren in hoofdzaak voor Marine en Koloniën, want de particuliere reederij van stoomschepen was hier nog onbeduidend en wat gebouwd werd werd in Schotland of Engeland besteld. De kleinere werven bouwden in hoofdzaak passagiers-, goederen- en sleepbooten voor de rivier en ook in steeds grooter aantal Rijnlichters. Ook begon de bouw van baggermaterieel zich meer en meer te ontwikkelen.

In dezen tijd werden voor de staatsspoorwegen de groote bruggen gemaakt; de N. S. M. tieeft naar de ievering een paar maal ingesctireven, maar zonder succés. Behalve de Moerdijkbrug, die door de Koninklijke Fabriek te Amsterdam gemaakt is, zijn deze groote werken door het buitenland geleverd.

Nu de zaken zich onder Directeur Wolfson weer gunstig ontwikkelden, werd het etablissement uitgebreid. De z.g. nieuwe fabriek, die het laatst gebruikt was voor het opstellen der machines van de Vauban en Descartes, werd tot scheepswerf ingericht. Er werden aldaar drie hellingen voor aanbouw onderheid.

Er werd een nieuwe gieterij gebouwd, die ook veel particulier werk maakte, de draaierij werd uitgebreid en de binnenplaats overkapt. De haven werd uitgediept en opnieuw beschoeid en er werd een nieuw kantoor gebouwd voor de Directie en voor de technische afdeeling van werktuigbouw.

In 1874 werkte er 1000 a 1100 man en deomzet bedroeg ton.

De heer Wolfson heeft steeds getracht den Londendienst tot grootere ontwikkeling te brengen. Kort na zijn optreden werd de „Maasstroom” op stapel gezet en in 1870 in de vaart gebracht. In hetzelfde jaar worden onderhandelingen gevoerd over het oprichten van een stoomvaartlijn Vlissingen—Londen. De onderhandelingen springen echter af, en terwijl de Vlissingsche plannen leiden naar de Mij. Zeeland, besluit de N. S. M. haar eigen dienst op Londen uit te breiden. Een nieuwe „Batavier” wordt op stapel gezet, maar nog voor dat deze gereed is, wordt de oude Batavier door het Egyptische S.S. „Charkeik” op de Theems aangevaren. De boot zinkt en breekt later door midden. De Mij. besluit hierop een nieuwe schroefbout voor den dienst te doen bouwen, de Holland. In 1873 kwam de nieuwe Batavier en in het volgende jaar de Holland in dienst. In 1879 werd nog het S.S. Fijenoord in de vaart gebracht en wordt de oude Fijenoord verkocht.

Om de kosten van de uitbreiding van fabriek en reederij te bestrijden, wordt op de Alg. verg. van 26 April 1873 besloten een 6 leening te sluiten van ƒ300.000.—. Staande de vergadering wordt de leening volteekend.

Mocht dus in vele opzichten de gang van zaken reden tot tevredenheid geven, de heer Wolfson zag zeer goed in, dat een etablissement als Fijenoord niet alleen van gouvernementswerk kon bestaan, al gaf de Atjehoorlog ook bij voortduring veel werk. De stoomvaart begon in ons land tot ontwikkeling te komen, de Mij. Zeeland, de Mij. Nederland, de Rotterdamsche Lloyd, de Ned. Amer. Stoomvaart Mij. waren opgericht, maar al het materieel wordt zonder uitzondering in Schotland en Engeland gebouwd.