Op het etablissement is voldoende werk. Er worden sleepbooten gebouwd voorMülheim enßuhrort, waarbij voor het eerst melding gemaakt wordt van het toepassen van wielen met beweegbare wielplanken. Er worden rijstpelmolens geleverd naar Java, baggertoestellen naar Soerabaya, booten voor binnenlandsche rekening, maar vooral gouvernementsvaartuigen en oorlogsschepen van marine en koloniën.

Voor enkele dezer schepen wordt het casco gebouwd op de werf van Fop Smit te Kinderdijk of bij Gips & Zn. te Dordrecht. Groote belemmering wordt echter ondervonden door de proclamatie van Koningin Victoria in Febr. 1854, waarbij uit Engeland de uitvoer verboden wordt van ijzeren assen en andere deelen van stoomwerktuigen en ketels. Er wordt nu in Sept. besloten zelf een grofsmederij op te richten met een paar stoomhamers en gloeiovens tot het paketteeren van ijzer. Tijdens de alg. verg. van 1855 wordt met goed succes een middenasvoor de „Stolzenfels” gesmeed. Ook wordt er een dwarshelling van 190 el lang te Fijenoord ingericht. Voor de scheepmakerij worden punch- en boormachines aangeschaft en voor het vervoer van zware stukken wordt een ijzeren spoorweg tusschen de verschillende werkplaatsen aangelegd. In 1856 werken er 900 werklieden, wordt er ƒ 404/m aan loon en salaris uitbetaald en wordt er f 101/m winst gemaakt bij een omzet aan contracten van f 590/m. Nog steeds bestaat het uitvoerverbod in Engeland; zeer zware smeedstukken moeten uit Zuid-Frankrijk komen, waarop de vrachten sterk drukken. In 1854 wordt voor het eerst sinds jaren weer dividend uitgekeerd. Dit bedraagt in de volgende jaren nu bijna steeds 3 X op de gewone aandeelen en 6 % op de preferente aandeelen.

in Maart 1857 wordt ernstig overwogen, of de N. S. M. zal inschrijven op de concessie voor de paketvaart tusschen Nederland en Java, welke verleend zal worden door den Min. van Koloniën. De voorwaarden lijken echter te onvoordeelig, zoodat de N. S. M. niet inschrijft. In deze jaren is er ook herhaaldelijk sprake van machines naar het du „Trembley”-systeem. Het schijnt een systeem te zijn, waarbij aether- en waterstoom gecombineerd gebruikt wordt. De Directeur gaat naar Parijs om het op te nemen en er wordt ook een machine volgens dit systeem besteld. Tot aflevering is het echter niet gekomen.

Behoefte aan kasmiddelen doet zich weer her-

haaldeiijk gevoelen, waaraan de uitbreiding van reederij en etablissement wel niet vreemd geweest zal zijn. Er wordt herhaaldelijk geld bij de Nederlandsche Bank opgenomen onder pand of persoonlijke garantie der Commissarissen.

De Rijnvaart heeft sterk te lijden door de concurrentie der gecombineerde Keulsche en Dusseldorpsche maatschappijen. Wel wordt er in 1856 overleg gepleegd en worden de tarieven en ook de contracten met de agenten gewijzigd, ten einde de kosten te verminderen. Wel wordt ook ingevolge dit overleg de sneldienst tusschen Keulen en Mainz opgeheven, maar toch blijft de Rijnvaart verlies geven Dit verbetert er niet op, als de Min. van Financiën tegen 1 jan. 1858 de overeenkomst omtrent den rijkssleepdienst definitief opzegt. Wel was sinds 1850 het contract niet vernieuwd, maar op een andere basis was toch een regeling getroffen, die echter van jaar tot jaar opzegbaar was. In 1857 bedraagt het verlies van de Rijnvaart / 77/m en de winst van den Londendienst /79/m. Er waren onderhandelingen geopend om met de beide Duitsche maatschappijen tot een fusie te geraken. Op 3 December 1858 ontvangt de Mij. echter een schrijven van den Heerj. D. Dijkmans met het aanbod om de Rijnvaart over te nemen. In principe wordt zulks door de P. C. aangenomen. E rwordt op gewezen, dat zoodoende het bedrijf nationaal blijft.

Op 31 Jan. 1859 wordt voor de behandeling van dit aanbod een buit. alg vergadering belegd. Er waren hier aanwezig vertegenwoordigers van den Staat der Nederlanden, van de Erven van Koning Willem 11 en van Prins Frederik. Met 59 stemmen vóór en 1 stem tegen wordt de P.C. gemachtigd om „den Rijndienst met materieel geheel of gedeeltelijk af te staan, te verhuren of te verkoopen”. Den heer Dijkmans wordt nu gemeld, dat zijn aanbod geaccepteerd wordt. De nieuwe combinatie draagt den naam van Nederlandsche Stoombootreederij (N. S. R.) De heer W. S. Burger is voorzitter van Commissarissen en de heer J. D. Dijkmans directeur.

De N. S M. zal ontvangen binnen 3 maanden / 250.000. in aandeelen van hare eigene maatschappij en/20.000. in aandeelen N.S.R. Verder f 730.000. schuldbekentenissen, rentende 3 °/o> af te lossen in 20 jaarlijksche termijnen van /■36.500.—. Aan de booten zal vóór de overneming voor een bedrag van/35.000.—gerepareerd worden, waarvan de N.S.M. ƒ 20.000.— moet betalen.

De kantoorlokalen in de Boompjes worden