UtUK l.MimK. VOLK KN VADLWLANI) j 'i
ZIJ STAAN IN DEN GEEST AAN ONZE ZIJDE!
1941 .. . 1942 .. . 1943 ... de jaren rijen zich aaneen . . . Het elfde strijdjaar voor het nationaal-socialisme in de Nederlanden is voorbijgegaan. De opmarsch van de duizenden is verder gegaan. Nieuwe strijders zijn de rijen komen versterken. Op nieuwe fronten zijn de vijanden van ons Volk, van geheel de Europeesche beschaving aangetast. Nieuwe strijd heeft nieuwe offers gebracht.
Plaatsen zijn opengevallen, plaatsen die open zullen blijven omdat Nederlandsche mannen hun leven gaven voor Europa, voor den Leider, voor ons Volk en ons Vaderland. Maar toch blijven deze plaatsen niet geheel en al onbezet. Onzichtbaar, maar in den geest aanwezig, marcheeren de gevallen strijders met ons mede. Daarom herdenken wij hen. Daarom doen wij, in stille eerbied en dankbaarheid, de vlaggen neigen. Daarom wordt de hand ten groet geheven. Daarom hernieuwen wij de belofte hün strijd voort te zetten, hun taak te voltooien, hun voorbeeld in eere te houden, hun dierbaren op te nemen in de veilige omslotenheid van onze kameraadschap.
„Sla nu voor ’f laatst appèl!
Tamboer! Sla nu appèl!”