Een uurtje later zaten wij met ons drieën hoogst vergenoegd onder ’t genot van sigaar en pijp in den trein. Wij hadden zeker dien morgen niet gedacht, dat niettegenstaande het vrij ongunstige weer, de tocht nog zoo vlot van stapel zou loopen.

De Teufelsgrat is en blijft, zooals de heer Pfann terecht schrijft, een uiterst zware loer en wil men dezen in één dag doen, dan moet men beslist in zeer goede conditie zijn en daarbij allereerste klasse gidsen hebben, die buitengewone klimvaardigheid bezitten en voor geen kleintje vervaard zijn; is dit niet ’t geval, dan raad ik iedereen dezen tocht af.

Toen wij in Zermatt kwamen, ontdekte ik in ’t Mont Cervin-hotel twee stadgenooten, welke dien middag zoo juist uit Genua waren gekomen. Even een praatje maken lag voor de hand, doch ongemerkt was ’t 11 uur geworden en het zou nog later geworden zijn, als ik voor den volgenden dag geen nieuwe plannen had; daarom: „Goeden nacht” en naar bed 1

Deventer, Maart 1910.