bodem hem niet dragen kon en hij er doorzakte, genoodzaakt zouden zijn hem weer op te trekken, wat zelfs voor Ons beiden op dezen steilen overhangenden ijswand zoo niet onmogelijk, dan toch zeer moeilijk en daarbij niet zonder gevaar geweest zou zijn. Ons restte nu niets anders dan weer een 50 Meter hooger te gaan en onze schreden meer naar de zijde van den Teufelsgrat te richten, om te zien of daar niet tergens een sneeuwbrug te ontdekken zou zijn; vrij spoedig gelukkig, was er een gevonden en voorzichtig, een voor een, kropen wij er over. Een tijdlang bleven wij verschoond van spleten en vlug ging ’t weer dalwaarts. Plotseling riep Knubel: ~Kinhaken!” Wij stonden opnieuw voor een ijsbreuk; de gletscher was hier over een groote lengte doorgebroken en de voortzetting bevond zich een tiental meters lager. Na eenig zoeken, vonden wij een plek, waar wij met behulp van een vijfentwintigtal treden langs den vrijwel recht afgebroken ijswand konden afdalen; daarna deden zich geen noemenswaardige moeilijkheden meer voor. Zoodra ’t terrein het eenigszins toeliet, gingen wij in looppas zoo snel mogelijk voorwaarts. Hoe lager wij kwamen, hoe dunner de sneeuwlaag werd, totdat zij tenslotte geheel verdween en wij over ’t harde, gladde ijs van den Kiengletscher liepen. Tot mijn groote spijt moest ik thans boeten voor mijn verzuim, mijn bergschoenen even voor ’t begin van den tocht opnieuw te laten bespijkeren. Dit was hoog noodig geweest, de spijkers waren glad afgesleten en ik had de grootste moeite te voorkomen, dat ik telkenmale op den hier sneeuwvrijen gletscher uitgleed.

Ongeveer aan ’t einde van den gletscher, toen wij ons meer naar rechts langs den morainewand zouden begeven, moesten wij nog door een labyrinth van geweldige ijs-séracs. Even voor wij deze plaats zouden passeeren, stortte een geheelé reeks séracs met donderend geraas ineen en bezaaide onze doorgang met reuzen-ijsblokken.

„Da haben wir auch Glück gehabt. Wenn es 5 minuten spater geschehen war’, dann waren wir mitten drin gewesen!”

„Richtig,” zeide ik. Wat gevallen is, valt niet weer, doch er stonden nog verscheidene andere ijsgevaarten in de meest dreigende overhangende houding, zoodat deze passage pog