sigaret na sigaret rokend, voor me uit; ik heb al mijn energie nodig om hem op deze crosscountry bij te blijven.

In de Lavaredohut laten we wat overtollige spullen achter. Dan gaat het over een korte, steile puinhelling naar de Einstieg van de Kleine Zinne, welke zich in de tegen de Grosse Zinne gekeerde wand bevindt.

De tocht is niet moeilijk, maar erg boeiend en opgebouwd als een climax. De eerste touwlengten zijn eenvoudig, tot de wand zich wat steiler begint op te richten en heel hoog in de zon de top goudgeel glanst. Fascinerend is dat steeds: de klimmer zk zo in de berg gedrukt dat de geledingen niet te zien zijn en de top zich ongenaakbaar ver en hoogt lijkt te verheffen. Toch rekent Franz me al voor hoeveel touwlengten er nog te doen vallen.

De moeilijkheden moeten nog maar beginnen. Fen reeks fraaie traverses voert naar links en de tweede man, nog wel wat onwennig, bedenkt zich niet ten onrechte dat de treedjes en richeltjes allen wat naar buiten aflopen en dat, zoals gebruikelijk bij een traverse, een val in een onbehagelijke slingerbeweging zou ontaarden. Op zulke plaatsen val je echter niet en bovendien ziet het er altijd moeilijker uit dan het in werkelijkheid is. Aan het einde van de traverse voert Franz me weer recht naar boven, over een reeks kleine wandjes en korte Kamine. Hoog boven ons zijn nu twee duidelijke Risse goed te onderscheiden. Het linkse is het Zsigmondy Kamin, waardoor de bestijging normaal gaat, het rechtse is het wat moeilijkere, waardoor Sepp Innerkofler de eerste partij naar de top voerde.

Het Kamin doet wat alle rechtgeaarde Kamine doen: het ontvangt vol vriendelijke welwillendheid de klimmer, die zich voor alle zekerheid er maar goed diep in nestelt omdat de begrenzing van de twee schoorsteenmuren zo’n vertrouwd gevoel geeft en de scherpe kanten van het geëxponeerde afhaalt. Dat gaat goed totdat het systeem zich onherroepelijk wreekt. Halverwege blokkeert een overhangend gedeelte de verdere weg omhoog. De klimmer die zich hier niet naar buiten waagt loopt vast, de schoenen raken beklemd in het binnenste van de schoorsteen, en als hij zich wil oprichten om een hogere greep te zoeken stoot hij zijn hoofd en voelt z’n lichaam onweerstaan-

baar naar buiten gedrongen worden.

Het is duidelijk dat een andere taktiek gevolgd moet worden. Voeten aan de buitenkant, zodat de steunpunten ver naar buiten komen te liggen en het lichaam opgericht kan worden zonder naar buiten te kiepen en de handen een hoge greep kunnen pakken. Dan lukt het en wordt het overhangende stuk opeens begaanbaar. Het uitzicht op de verdere weg raakt nu ook vrij, en hoog tegen de blauwe lucht zie ik Franz vergenoegd toekijken. „Het had dus toch nog wat moeilijker gekund”, is zijn commentaar. Weldra staan we samen op de top.

Uit het zuiden komen wolken opzetten. Maar nog liggen de bergen behaaglijk in de zon. Stil is het, heel in de diepte pas begint de bewoonde wereld weer. En er zijn nog zo ontzettend veel bergen waar de stilte bewaard is gebleven, al suizen nu de files auto’s over de passen en zijn de hutten overvol. Sommige tenminste.

Ik zou willen weten boe het is in de Rifugio Padova op de Pra di Toto. Zouden de Karnische Alpen nog in achterafheid hun ongebaande routes bewaren? Een volgende keer zullen wij het onderzoeken, om te gaan bivakkeren aan de voet van de Campanile di Val Montanaia. Als het er nog is zoals ik hoop zal ik er niet over schrijven.

M. W. Jolles

De hoogste „Berghut”

De lezer zal ongetwijfeld uit de dagbladpers hebben vernomen, dat een expeditie 0.1. v. Sir Fdmund Hillary momenteel in de Himalaya het raadsel van de legendarische Yeti tracht op te lossen. Het hoofddoel van de expeditie is echter het verrichten van natuurkundige onderzoekingen op de hoogste toppen.

Fen hut van wel zeer bijzondere vorm en samenstelling is voor hen als verblijfplaats geconstrueerd. Langdurige proeven werden genomen ten aanzien van het materiaal, dat de hut het beste zou kunnen isoleren. De keuze is tenslotte gevallen op „Styrocell”, een polystyreenprodukt. De berghut of zeggen we liever bivakdoos? is ongeveer 7 m lang en heeft een diameter van ruim 3 m. Het „bouwpakket” bestaat uit 100 delen, waaruit de dubbelwandige hut op snelle