11. LATE MIDDELEEUWEN TOT OP HEDEN
16 (H 1944-1) Een nieuwjaarskoekenijzer met rechthoekige bladen, van 1789. Randen afgezet met golflijn. Het eene blad overigens met schrijnwerkersgereedschap, passer, winkelhaak en zaag, op de eene; een manspersoon, draaiend een krukas van een onbekend werktuig, op de andere helft. Het tweede blad met weegschaal tusschen de initialen K en I op de eene; met de initialen R R B op de andere helft.
G. door bemiddeling van den Conservator.
16 (H 1944-2) Eenigszins peervormige, wit gestreepte glazen kraal of knop. Recent?
G. Gev. te Havelte, Gem. Hav e 11 e.
De zgn. non-ferro metalen
17-208 (H 1941-2 tot 185 en 190 tot 198 *)). De hieronder geinventariseerde, slechts resumptorisch vermelde voorwerpen zijn in 1941 verzameld ten behoeve van de Museumcollectie door den Conservator, daarbij in elk opzicht bijgestaan door Mevr. A. G. Bontekoe-Hielkema te Oosterwolde (Fr.), wijlen Med. arts J. N. C. Deelken te Assen, Mevr. G. E. G. van Giffen-Duyvis te Groningen, den heer Ferd. Lieftinck te Harendermolen en Mej. K. G. T. van Giffen te Paterswolde, die als secretaresse fungeerde. Dit kon geschieden, ingevolge een circulaire d.d. 27 Aug. 1941, No 31731, Afd. 8.8., Bureau St. en A.R., van het Departement van Binnenlandsche Zaken, toen in genoemd jaar, als resultaat van de verplichte, d.w.z. door de toenmalige „bezetters” voorgeschreven, metaalinlevering, groote voorraden non-ferro metalen, voornamelijk koperen en tinnen voorwerpen op verschillende verzamelplaatsen in de Drentsche gemeenten bijeen gebracht waren. Volgens bedoeld rondschrijven mochten nl. uit de bijeengebrachte voorraden enkele specimina, die van museaal belang waren, ten behoeve van de openbare verzamelingen uitgekozen en afgestaan worden, mits andere, zij het minderwaardige stukken tot een overeenkomstig gewicht aan gelijksoortig metaal weer werden teruggegeven; een compensatie, die overigens, dank zij de medewerking van verschillende burgemeesters en andere plaatselijke autoriteiten, aanmerkelijk vereenvoudigd werd.
Alle voorwerpen zijn dus afkomstig uit Drente, zij het, dat nadere bijzonderheden omtrent de herkomst veelal te loor gegaan zijn. De
N.B. Zie Museumverslag over 1941, N.Dr. Volksalmanak 1943, p. 23, sub 136.