Vondstbeschrijving ’)

I. AARDEWERK

Echt Hunebeddenaardewerk

a. Trechter (hals) bekers (Afb. 2e : 33a, 38) (16 stuks)

I (1929/VIII 33) (Afb. 2« : 330) Hals-schouder-buikfragment van versierden trechterbeker met strakken hals. Halsbasis met vischgraatvormig versierden stafband. Schouderbovenbuik met afhangende diepsteekgroeflijntjes. Oppervlak mat. Kleur bruin. Grondmassa leem met steengruis.

2 (1929/VIII 34) Hals-schouder-fragment als No i, doch hals ingesnoerd en halsbasis met effen groeflijn.

3 (1929/Vin 3S) Halsfragmenten van drie trechterbekers als No I, doch kleiner en zwart van kleur. Hiervan één met een krans van ronde indruksels onder den rand.

4 (1929/Vni 36) Halsfragment van trechterbeker met dubbele zigzaglijn om midden hals. Overigens als No i, doch grooter en lichtgrijs van kleur.

s (1929/Vin 37) Schouderbuikscherven en buikscherven van negen verschillende iMfltobekers, als No i. Hiervan zes versierd met staande diepsteekgroeflijntjes, en ién met effen groeflijntjes. ,

6 (1929/Vin 38) (Afb. 2e : 38) Gebroken en onvolledige, doch gerestaureerde, onvwtierd*, min of meer verbasterde trechterbeker. Hals vrij kort. Schouder en buik afgerond. Grond* mi ft* enz. als No x.

h. Kraag(hals)fleschjes (Afb. 2e : 39) (1 exemplaar) 7 (1929/VIII 39) (Afb. 2e : 39) Bovendeel hals van kraagfleschje. Grondmassa enz. als No 1.

c. Kruik- en karafvormen Niet aanwezig.

d. Terrinevormen (Afb. 2e : 40, 41) (25 stuks)

8 (1929/VIII 40) (Afb. 2« : 40) Twee halsfragmenten van zonair versierden terrinevorm, waarvan één met onversierd tepelvormig tuitje midden op den hals. Het andere halsfragment onder den rand, met drie omloopende diepsteekgroefUjnen; daaronder kruissteekband. Halsbasis met groeflijn. Grondmassa enz. als No i.

9 (i929,'Vlll4l)(Afb. 2e: 41) Halsbasis-schouderiragment van scherp geprofileerden terrinevorm. Halsbasis met effen groeflijn. Bovendeel schouder met afhangende driehoeken; benedendeel met groepjes staande, tot den buik afhangende diepsteekgroeflijnen. Overigens als No I.

10 (1929/VIII 42) Halsschouderfragment met smallen, afgeronden schouder. Versiering als No 9, doch sierlijnen in wit ingelegde wikkeldraadtechniek; middengordel bestaande uit twee vischgraatvormige, dito sierlijnen.

1) Voor de algemeene typenbeschrijving, welke hier wegens den geringen omvang van het materiaal is weggelaten, vergelijke men N. Dr, Volksalm. 1943» P*P* 43i 2** *944» p.p. loi.