is uitgegaan. Uit het bezielende artikel van Stellwagen kunnen we ons een goede voorstelling maken van de man op gevorderde leeftijd met zijn blozend gezicht en zijn mooi, lang sneeuwwit haar, dat van onder de slappe vilten hoed over de schouders golfde, de man met zijn gulle vriendelijkheid en zijn onaantastbare gezondheid, breed en kloek van lichaamsbouw, die recht stond in zijn vetleren laarzen; met zijn ene goede oog, dat voor twee telde, keek hij de mensen recht in de ogen, hij scheen door iemand heen te kunnen zien. Sommigen mensen vonden, dat hij een bars uiterlijk had, Stellwagen heeft dit nooit kunnen zien, hoogstens keek hij goelijk boos, als Stellwagen voor zijn onderzoekende blik de ogen niet neersloeg. Het meermalen genoemde gedenkschrift van het Asser gymnasium bevat van hem een jeugdportret, hij heeft daarop een aangenaam, pittig gezicht, met donker haar en een bril, waarachter het slechte oog half verborgen is, in de geschriften vinden we een afbeelding, waarop hij er oud en afgeleefd uitziet. Aardig is de beschrijving, die Stellwagen geeft van Huize Nassau, het mooie, witte huis, dat zo hoog boven de omgeving uitsteekt, met de grote ramen en grote ruiten, die naar de tuin aan de straatzijde gekeerd zijn, we zien Nassau komen aanrijden in zijn koets met de twee mooie paarden over het brede pad, dat naar de brug over de gracht leidt, uit alles voelen we de liefde en verering, die Stellwagen koesterde voor de man, wiens naam een soort zegenbede was geworden, die de kinderen van zijn kinderen nog zouden zegenen. We kunnen niet weten, hoe zo’n invloed kan doorwerken. Op de leerlingen, op de jongelui, die bij hem in huis waren, op de oud-leerlingen met wie hij zo’n geregelde correspondentie voerde, op de onderwijzers, op ieder, met wie hij in aanraking kwam. Hij was een persoonlijkheid, een zeer belangrijke persoonlijkheid, een man om lief te hebben en tot voorbeeld te nemen, een man, die een ereplaats verdient, niet alleen in de geschiedenis van Drente, maar in die van Nederland en het was mij een voorrecht om mij in deze tijden van onrust en verwarring te mogen verdiepen in de levensgeschiedenis van deze man, die zijn tijd ver vooruit was en die zo’n belangrijke invloed gehad heeft op tijdgenoot en nakomeling.