hij ook geschreven over de spelling, ofschoon hij niet voor wijziging daarvan was, De Vries en Te Winkel vonden in hem een tegenstander. In dit opzicht verschil met de denkbeelden van Kollewijn en de Nieuwe-Taalgidsmannen. Maar wel ging hij uit van hetzelfde beginsel. Ook Nassau is van mening, dat de spelling zelve niet van overwegend belang is, dat de schrijfwijze van een woord niets met de betekenis te maken heeft, en juist omdat de spelling niet meer is dan een afspraak, vindt hij het beter, die niet te wijzigen. Tot op zekere hoogte juist, maar het feit zelve, dat de taal leeft en groeit, maakt het noodzakelijk af en toe het niet meer passende pakje door een ander te vervangen.

Ik kan hier niet langer bij stilstaan, ook ga ik voorbij aan wat hij geschreven heeft over andere onderwerpen, als geschiedenis, onderwijs ofschoon heel belangrijk, hij voelt voor lekenonderwijs, pleit voor industriescholen en landbouwscholen, ziet het nut in van modelboerderijen —-, wijsbegeerte en allerlei toevallige feiten en gebeurtenissen, die zijn aandacht hadden. Alleen wil ik nog even iets zeggen over zijn artikelen, die betrekking hebben op Drente. Hier treft ons weer het verschil met Van der Veen. Nassau is geen folklorist, wij vinden bij hem niets over volksgebruiken, volkstypen, zelfs niet over de volkstaal. Ik heb de indruk, dat deze zijde van studie hem niet lag, veel schreef hij over de taal, maar niet over dialect, hij heeft een afkeer van platte en onbeschaafde uitdrukkingen. Men begrijpt het, maar het is een uiting van het volksleven, die belangrijk is en dikwijls kleur geeft aan de inhoud. Maar al heeft hij misschien geen oog gehad voor het volkseigenaardige, wij vinden bij hem veel liefde voor ons gewest. Van 1838 dateert een met veel warmte geschreven artikel ~Nos poma natamus” (een in die tijd veel gebruikte foutieve Latijnse aanhaling wij appels zwemmen ook —, waarmee men zoveel wil zeggen als: och wil hij ook al meepraten), een verdediging naar aanleiding van een kritiek op de eerste jaargang van de Drentsche Volksalmanak in De Gids. Belangrijk is een levensbeschrijving van Mr. Petrus Hofstede, die later ook afzonderlijk is verschenen. In het stuk „De miniatuur provincie Drenthe en de vriendnabuurlijke aanbieding, indertijd gedaan, om haar met een andere provincie te vereenigen” komt hij met kracht en klem op voor haar rechten, dit naar aanleiding van een in 1843 geuit voorstel er staat niet bij door wie en wanneer gedaan om Drente in afwachting van toenemende groei en bloei, gezamenlijk met een ~reeds volwassen gewest” te besturen. Behalve een kort artikel over de gemeente Bellen, zijn in de geschriften een aantal mededelingen en wenken van belang, die op de jaarlijkse bijeenkomsten van onderwijzers met schoolopzieners en inspecteur werden gegeven.

Maar veel belangrijker dan de werken, die hij heeft nagelaten, hoe interessant die ook mogen zijn, is de invloed, die er van zijn krachtige persoonlijkheid