Over het vereenigingsleven onder de Drentsche visschers is nog het volgende te vermelden.

Drente behoort met Groningen en Friesland tot district 111 van de Algemeene Hengelaarsbond in Nederland, opgericht 11 Febr. 1906, waarvan te Assen een afdeeling gevestigd is. Een groot deel der plaatselijke vischvereenigingen in Drente is aangesloten bij de Drentsche Hengelaarsbond „De Hondsrug”, opgericht 4 Mei 1934 te Borger, die onderafdeelingen bezit in de vereenigingen te Assen, Borger, Emmen, Odoom, Schoonoord en Westerbork. Verder werden o.a. in Drente opgericht de Beiler Hengelclub, de Hengelvereeniging te Nieuwbuinen, die te Gasseltemijveen en die te Sleen. De verschillende kanalen in ons gewest vormen het vischwater dier vereenigingen, waarvoor de gesloten lijd van 1 Maart tot 31 Mei is vastgesteld.

Te Assen bestaan twee vereenigingen nl. de hengelvisscherijvereeniging „Assen en Omstreken”, opgericht in 1902, met thans ongeveer ICO leden, en de vereeniging „Assen”, opgericht op 1 Juli 1911, welke ongeveer 700 leden telt. Tot de oprichters behoorden o.a. de heeren Dozy,Duburg, Marree, Lammers en Schotsman. Vooral de laatste was een hartstochtelijk visscher en nog heden doen te Assen verschillende verhalen van zijn groote successen als hengelaar de ronde.

16. De wildstrooperij in Drente.

Wildstroopen werd en wordt in Drente door de bevolking niet als een strafbaar iets beschouwd. De oude Germaansche opvatting, dat het wild in de vrije natuur niet aan bepaalde personen toebehoort, heeft hier tot op de huidige dag stand gehouden. Stroopen is dan ook altijd een veelbeoefende ~sport” geweest, zooals we reeds uit de goorspraken van omstreeks 1580 konden opmaken. Niet alleen het zetten van strikken, maar ook het jagen zonder acte, het werken met de lichtbak en het schieten in verboden tijd en op verboden terrein behooren hieronder. Hazen, konijnen en ook patrijzen, fazanten en korhoenders werden en worden in strikken gevangen, zelfs reeën zooals in de Staatsbosschen in de laatste jaren eenige malen werd geconstateerd *•) worden het slachtoffer van deze verraderlijke middelen om het wild te bemachtigen.

Kempe en Vermaat schrijven «»), bij de bespreking van de criminaliteit in het zandgebied van Zuid-West Drente (Ruinen, Koekangerveld en Dwingelo): „Een min of meer op zichzelf staande criminaliteitsvorm is in deze streken het wildstroopen, dat op groote schaal beoefend wordt, soms tot agressieve delicten tegen politie en jachtopzieners voert en tot op zekere hoogte beschouwd kan worden, als evenwaardig aan het smokkelen in de Zuid-Oosthoek, echter niet in dier voege, dat de regelmatige stroopers, evenals de beroeps-