IV. NATURALIËN

A. Drente als primaire vindplaats

(Autochthone naturaliën)

48 (N 1943/VI 1) Hoorn van een oeros. Bos prlmlgenlus Bojanus.

A. door bemiddeling van den Heer G. Essl n g. Correspondent te Eext. Gev. door den Heer Harm Bruins, In het zgn. Gletsenveen tusschen Gieten en Eext, op een diepte van ongeveer 1.75 m, In de zgn. grenslaag van brulnveen; hieronder nog circa 0.25 m zwart veen’. Gem. Gieten.

B. Drente als secundaire vindplaats

(Allochthone naturaliën)

49 (N 1943/111 6) Vuursteenkem van zeeëgel, Conulus vulgarls Leske, Senon, Oostzeekrijt.

A. door bemiddeling van den Heer H. van Zanten, H. d. S. te

Oudemolen. Gev. door Gerrit Pieters, te Gasteren, Gem. A n 1 o o. 50 (N 1943/111 7) Stuk vuursteen, waarin Crinoïde of zeelelie spec. Senon,

Oostzeekrijt.

A. en Gev. als No 49.

51 (N 1943/V 23) Gepetrlflceerd schelpfragment van Ostrea spec.

G. van den Heer H. van Zanten, H. d. S. te Oudemolen. Gev. aan den spoorlijn te Oudemolen, door den Heer F. Knol te Zeegse, Gem. Vries

52 (N 1943/V 20) Een fossiel, Sllurlsche koraal.

G. van den Heer H. A. R1 en k s te Belleroord, Bellen. Gev. taj een boring, ± 66 m diep, achter de stichting Belleroord, Gem. Bellen.

53 (N 1943/V 21) Vuursteenkem van zeeëgel, Conulus vulgarls Leske. Senon, Oostzeekrijt.

G. als 52, gev. In het Westersche veld achter Smalbroek, Gem. Bellen. 54 (N 1943/V 18) Vuursteen met Molluskenschelp.

G. als 52, doch gev. te Bellen, Gem. Bellen.

55 (N 1943/V 19) Vuursteenkern van zeeëgel, Echynocorys ovatus Leske. Senon, Oostzeekrijt.

G. en Gev. als No 53.

56 (N 1943/V 17) Vuursteenkern met kwartskristalletjes, van zeeëgel, Echynocorys ovatus Leske. Senon, Oostzeekrijt.

G. en Gev. als No 53.