G. als No 20. Gev. op het ontgonnen heideveld „Kruishaar” tegenover de V(uil)A(fvoer)M(aatschappij) te Wijster, W. van den spoorweg, Gem. B e i 1 e n.

30 (1943/V 10a) Twee scherven van groeten potbeker. Neo- of aeneolithicum.

G. en gev. als No 24.

31 (1943/V 2) Scherf van dito potbeker als No 30.

G. als No 20. Gev. te Emelang bij Wijster, Gem. Beil e n.

B. METAALCULTUUR

b. Late brons- (Hallstatt-) en vroege ijzer-(Latène-)tijd

32 (1943/V 1) Vijf fragmenten, waaronder de sluiting van een getordeerden, bronzen halsring en een ijzeren pinnetje aan draagringetje. Latène-periode.

G. van den Heer H. A. Rien k s, Beileroord te Bellen. Gev. te Emelang bij Wijster, Gem. Bellen.

33 (1940/X 65 en 66) Bodemscherf en afgeknot- trechtervormige kom van geelgrijs, gesaust aardewerk.

A. als No 1. Gev. te Wijster, Gem. Bellen.

c. Late Ijzertijd

34 (1940/X 64) Stuk huttenleem. Mogelijk Romeinsche keizertijd.

A. als No 1. Gev. te Westerbork, Gem. Westerbork.

35 (1943/X 1) Aantal scherven van verschillende urnen. Romeinsche keizertijd. ... 1

G. van den Heer L. Ko k te Wittelte. Gev. in schenkers ontginning te Wittelte, Gem. Diev e r.

36 (1943/VI 2) Spinklosje.

A. door bemiddeling van den Heer G. Essi n g. Correspondent te Eext. Gev. in een perceel bouwland, aan den straatweg tusschen Eext en de halte, Gem. Anl o o.

37 (1943/V 5) Scherf van ruw- en dikwandig, uit de hand gevormd, tameUjk hard gebakken aardewerk. Vermoedelijk volksverhuizinptijd.

G. als No 20. Gev. te Looveen bij Wijster, Gem. Beil e n.

38 (1943/111 1) Eenige kogelpotscherven. Karolingische tijd.

G. van den Heer J. Brouwer te Zuidwolde. Gev. jn de omgeving van Zuidwolde.