20 (1943/V 6) 32 verschillende silices: mesjes, schrabbers en afslag. Meso en neolithicum.

G. van den Heer H. A. Rien k s, Beileroord te Beilen. Gev. te £melang en Kruisspoor. Gem. Beilen.

21 (1943/V 7) 10 silices: mesjes, schrabbers en pijlpunten van vuursteen, w.o. een palaeolithische „Kerbspitze”, van Havelter type. Palaeo-, mesoen neolithicum.

G. als No 20. Gev. bij het „Zwartewater”, W. van het spoor, tusschen Wijster en Hoogeveen, Gem. Hoogeveen.

22 (1943/V 8) 11 silices: schrabbers, rond en langgerekt, een onvoltooide driehoekige pijlpunt, een fijn, dorsaal geretoucheerd klingetje of mesje, e.a.. Neolithicum.

G. als No 20. Gev. te Nuil en te Kruishaar, op een ontginning, Gem. Beilen.

23 (1943/V 9) 20 silices, te weten 8 fraai geretoucheerde microlithica, 5 grootere geretoucheerde artefacten, drie spanen of messen en vier schrabbers. Mesolithicum (Tardenoisien).

G. als No 20. Gev. te Emelang, bij Wijster, Gem. Beilen.

24 (1943/V 10) Splinter van vuursteen.

G. als No 20. Gev. tusschen Wijster en Spier, Gem. Beilen.

25 (1943/V 11) Ten deele geslepen beiteltje, driehoekige pijlpunt en een schrabber, alle van vuursteen. Neolithicum.

G. en Gev. als No 24.

26 (1943/V 12) Zeven vuursteenen artefacten, waaronder één microlithisch driehoekje met één geretoucheerde zijde, een drietal schrabbers e.a.. Meso- en neolithicum.

G. als No 20. Gev. te Kijken, Gem. Beilen.

27 (1943/V 13(a)) Schrabbers en nucleus van vuursteen. Neolithicum. G. als No 20. Gev. te Emelang en Klateringen, Gem. Beilen.

b. Vaatwerk

(Neo- en Aeneolithicum, hunebedden- en bekertijd)

28 (1943/V 3) Vier scherven van neolithisch aardewerk, waaronder één dikwandige van potbeker, met ingeknepen stafband onder den rand.

G. van den Heer H. A. Rien k s, Beileroord, als voren No 20. Gev. op een ontgonnen perceel heideveld, op het hoogste gedeelte, bij een kleine veenpias, Z. van den weg Wijster-Spier, Gem. Beilen.

29 (1943/V 4) Vijf scherven, waarvan twee versierd in diepsteektechniek, één met bezemstrepen en twee onversierd. Neolithicum.