VERSLAG

VAN DE COMMISSIE VAN BESTUUR VAN HET PROVINCIAAL MUSEUM VAN OUDHEDEN EN GESCHIEDKUNDIGE VOORWERPEN IN DRENTHE, TE ASSEN, UITGEBRACHT AAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE, OVER HET JAAR 1943.

Aan Heeren Gedeputeerde Staten van Drenthe.

De Commissie van Bestuur van het Provinciaal Museum van Oudheden en Geschiedkundige Voorwerpen in Drenthe heeft de eer uw College het verslag over het jaar 1943 aan te bieden, zooals dit is vastgesteld in hare vergadering van 30 November 1946.

In de samenstelling van de Commissie van Bestuur is in den loop van het jaar 1943 geen wijziging gekomen.

Het Dagelijksch Bestuur vergaderde drie malen, terwijl de Jaarvergadering op 19 Juni heeft plaats gevonden.

Voor den Conservator en den Concierge-amanuensis kon een pensioenregeling tot stand worden gebracht, nadat gebleken was, dat de Pensioenraad beide functionarissen als ambtenaren in den zin der Pensioenwet aanmerkte.

De Concierge-amanuensis B. J. Stuit heeft ook in 1943 wederom tot groote tevredenheid van den Conservator en het Dagelijksch Bestuur zijn werk verricht.

Het Museum werd in 1943 door 67 begunstigers gesteund, terwijl het aantal bezoekers in dat jaar 4151 heeft bedragen.

Door het achterwege blijven van de verwarming in de Museumlokalen op de Zaterdagen tot den 6en Maart, in verband met de brandstoffenschaarschte hebben wij ons genoodzaakt gezien tot aan dien datum het Museum des Zaterdags te sluiten.

Van 28 Februari tot 8 Mei stelde de Conservator met medeweten en autorisatie van het Provinciaal Museum een uitgebreid onderzoek in op de bedreigde terreinen bij Havelte. De hierbij opgegraven vondsten werden in de verzamelingen van het Provinciaal Museum opgenomen.

Aan de Nederlandsche Landbouw-Handelskamer te ’s-Gravenhage werd op haar verzoek een elftal voorwerpen in bruikleen afgestaan, met het doel op een reizende tentoonstelling in de Provincie Drenthe het publiek daarmede nader te doen kennismaken.