Gev. vak E-6, als hoofdbijzetting in centmm ronde kringgrep, type 1; diepte 14.60 N.A.P.

81a ( 16a) (Afb. 19 (D), 27 : 16a) Ijzeren naald met planconvexen kop; puntgedeelte afgebroken. Late umenveldentijd. Zie No 102 (-16a).

Gev. in No 81 (-16).

82 (1939/VII 15) (Afb. 19 (D), 27 : 15) Als No 81 (-16), doch rand wijder uitgebogen. Voorts onvollediger. Harpstedter type. Late umenveldentijd. Inhoud; geene.

Gev. vak E-6, vermoedelijk nabijzetting , niet in kringgrep, (vgl. No 81 (-16); diepte 14.50 -h N.A.P.

83 (1939/VII 10) (Afb. 21 (E) : 10) Als No 81 (-16), doch scherper geprofileerd. Harpstedter type (II). Late umenveldentijd. Vroeger dan No 31 (-11).

Inhoud als No 16 (-52), doch met No 83a (-10a). Gev. vak D-8, in centrum ronde kringgrep, tjrpe 1, onder tumulus 36, waarin boven No 31 (-11)(); diepte 14.25 -f N.A.P.

83a ( 10a) (Afb. 21 (E) : 10a) Bijna gesloten, ijzeren ring, blijkbaar uitgegloeid op brandstapel. Zie No 101 (-10a).

Gev. in No 83 (-10). 84 (1939/VII 12) (Afb. 19 (D), 26 : 12) Als No 81 (-16), doch buikwelving lager.

Inhoud als No 16 (-52). Gev. vak E-5, in centrum ronde kringgrep, type 1, (hierin als nabijzetting even noordelijker No 67 (13, 13a)); diepte 14.30 H- N.A.P.

Ilb Gesauste vaak ongel ij k-dubbelconische vormen met hals

85 (1939/VII 3) (Afb. 17 (F) :3) Gebroken en onvolledige, doch gerestaureerde, ongelijk-dubbelconische, versierde um met bijna loodrecht-afgezetten schouder en niet scherp afgezetten hals. Rand gekarteld. Schouderbasis met krans van staande nagelindruksels. Buik met onregelmatige, verticale groeflijnen. Late umenveldentijd. Harpstedter type (III? of II). Vgl. Tackenberg 1934: p. 57, Taf. 15, No 2 (Type TI of III).

Inhoud als No 16 (-52), doch met No 85a (*3a).

Gev. vak C-9, onder tumulus 32, niet in kringgrep; diepte 14.44 -h N A.P.