Gev. vak D-8, in de kruising van twee ronde kringgreppels; diepte 14.20 + N.A.P.

Illd Hooghalzige, smalschouderige tolvormen

57 (1939/VII 69) (Afb. 17 (C) : 69) Gebroken en onvolledig, doch gerestaureerd, hooghalzig urntje met smallen schouder en tolvormigen buik. Hals toeloopend. Halsbasis afgezet met twee groeflijnen. Bodem hol. Aardewerk bruingrijs, glanzend, gesaust. Oudere umenveldentijd, type Wessenstedt. Vgl. Tackenberg, 1934, Taf. No’s 5-6; V. Giffen: Bottenberg, Vlagtwedde, Gr. Mus. Versl. 1920, p. 48 sub 8, Afb. 2, No 8 en Bauart 1930, Taf. 27, No 8.

Inhoud: geene.

Gev. vak E-3, onder tumulus 39; diepte 14.10 -F N.A.P.

58 (1939/VII 72) (Afb. 15 (B), 27 : 72) Als No 57 (-69), doch meer verbasterd.

Inhoud: geene. (?)

Gev. vak D-3, in paalgat; diepte 14.10 + N.A.P.

llle Tonvormen en verbasterde dubbele kegelvormen

59 (1939/VII 5) (Afb. 19 (D), 27 :5) Gebroken en onvolledige, doch gerestaureerde, tonvormige tot verbasterd-dubbel-kegelvormige, tweeoorige um met tamelijk scherp afgezetten, toeloopenden hals. Rand ontbreekt. Doren halfringvormig, staand beneden halsbasis. Aardewerk bruingrijs, gesaust. Type Jastorf a. Later dan No 42, (-6) en No 51 (-26), waarmee zij onder den brandheuvel 36 was gelegen. Vgl. Schwantes 1911, Taf. 21, 15; v. Giffen: Wessinghuizen. Gr. Mus. Versl. 1927, Afb. 3, No’s 4 en 17; Wapse-Diever, N. Dr. V. 1936, Afb. 3 No 7.

Inhoud als No 16 (-52).

Gev. vak E-6, zonder kringgrep, nabijzetting in brandheuvel tumulus 36, direct onder oppervlak; diepte 14.80+ N.A.P.

60 (1939/VII 78) (Afb. 19 (D), 27 : 78) Sterk beschadigde, boven onvolledige, tweeoorige urn met bollen buik. Aardewerk donkerbruin, gesaust. Type Jastorf a. Vgl. Schwantes, 1911, Taf. 8, 5j

V. Giffen: Eext, N.Dr.V., 1944, Afb. 11, No 2a.

Inhoud als No 16 (-52). Gev. vak E-6, zonder kringgrep; diepte 14.30 + N.A.P.

60a ( 78a) (Afb. 19 (D), 27 : 78a) Zie No 90 (-78a). Gev. als deksel op No 60 (-78).