IVb Week geprofileerd

Vb met halsontwikkeling

Vla hals niet scherp afgezet

32 (1939/VII 39) (Afb. 19 (D), 26 : 39) Beschadigde, doch gerestaureerde, Iciagdubbelconische um met onscherp afgezetten, cylindrischen hals. Buikknik tamelijk week, middenstandig. Kleur grauw. Oppervlak glanzend, dun gesaust. Grondmassa: leem met zand. Misschien vergelijkbaar met Wessenstedt-vormen. Vgl. v. Giffen: Wedderveer. Gr. Mus. Versl. 1946, No 49, No 13.

Inhoud als No 16 (-52).

Gev. vak E-5, zonder kringgrep; diepte 14.40 -f- N.A.P.

33 (1939/VII 38) (Afb. 19 (D), 26 : 38) Gave um als No 32 (-39), doch minder scherp geprofileerd en kleur geelgiijs. Als voren.

Inhoud; als No 16 (-52).

Gev. vak E-6, zonder kringgrep; diepte 14.20 -1- N.A.P.

34 (1939/VII 65) (Afb. 17 (G), 26 : 65) Als No 33 (-38), doch kleiner en kleur donkergiij;. Als voren.

Inhoud: als No 16 (-52).

Gev. vak E-7, in centrum ronde kringgrep, type 1; diepte 14.20 + N.A.P.

Vlb hals scherp afgezet

35 (1939/VII 20) (Afb. 17 (F) : 20) Gebroken, bijna volledige, doch gerestaureerde, slanke, dubbelconische um met viij scherp afgezetten, cylindrischen hals. Buikknik middenstandig. Kleur geelbruin tot donkergrijs. Oppervlak dun gesaust, mat-glanzend. Grondmassa: leem met fijn steengmis. Vgl. v. Giffen: Wessinghuizen, Gr. Mus. Versl. 1927, Afb. 3, No 5 en Bauart, 1930, Taf. 82, No 5; Jipsinghuizen. Gr. Mus. Versl. 1939, Afb. 1, a; Sleen, N.Dr.V. 1939, Afb. 20, No’s 32 en 42; Wilreit, Bouwst. Brab. Oergesch. 1937, Afb. 29, No 42.

Inhoud: als No 16 (-52).

Gev. vak D-9, in centmm ronde kringgrep, type 1; diepte 14.00 + N.A.P.

36 (1939/VII 21) (Afb. 21 (E) : 21) Als No 35 (-20), doch kleiner en kleur donkerbmin. Hoogst waarschijnlijk vroeger dan No 41 (-4), No 43 (-22) en No 56 (-23).

Inhoud als No 16 (-52).

Gev. vak D-8, in centmm ronde kringgrep, type 1; diepte 14.20