Ilb Dunwandige kringgrepurnenveldentypen

lila Dubbelconische vormen

IVa scherf gefrofileerd

Va zonder hdlsontwilckeling

28 (1939/VII 8) (Afb. 17 (G) :8) Bijna gave, dubbelconische, tweeoorige um. Buik boven niet ingesnoerd; buikknik scherp, middenstandig. Ooren halfringvormig, staand boven den buikknik. Aardewerk grijsbruin dun gesaust. Grondmassa: fijn geslibde leem met lijn steengruis. Oudere umenveldentij J, Jongste bronstijd. Per. zgn. Montelius V. Vgl. Schwantes, 1911, taf. 1, 7 (Wessenstedt), doch vroeger. Zie ook V. Giffen: Bottenberg, Vlagtwedde, Bauart 1930, Taf. 27; No’s 11 en 5; Gr. Mus. Versl. 1920, p. 48. No 11, Afb. 2, No 11; dito 1921, p. 19, No 5; dito 1946, No 4 en 6, Afb. No 98 en 104.

Inhoud: als No 16 (-52).

Gev. vak E-7, zonder kringgrep; diepte 14.30 -h N.A.P.

Vb met hahontwiklceling

29 (1939/VII 104) (Afb. 21 (E) : 104) Gebroken en onvolledig, doch gerestaureerd potje. Hals scherp afgezet, iets uitstaand. Buikknik tamelijk scherp, middenstandig. Aardewerk donkerbruin, glanzend, dun gesaust. Vgl. v. Giffen: Balloderveld, N.Dr.V. 1941, Afb. 1 No 3a; Helsloot, dito, Afb. 20, No 5; Drouwen, N.Dr.V. 1943, Afb. 4, No’s 58, 62, 78, 97.

Inhoud: geene.

Gev. vak D-7, in of onder ovale kringgrep, type 2, óf in centrum langgerekte, open kringgrep, type 13; de diepte is nl. niet genoteerd. 30 42) (Afb. 19 (D), 27 : 42) Als No 29 (-104), doch versierd met twee kransen verschillende, staande nagelindruksels om halsbasis en buikknik.

Inhoud: geene.

Gev. vak E-5, excentrisch in of onder ronde kringgrep, type 1; diepte 14.40 + N.A.P.

31 (1939/VII 11) (Afb. 21 (E) : 11) Als No 29 (-104), doch midden bovendeel buik met omloopende groeflijn. Jongere Ijzertijd, later dan No 83 (-10) (Harpstedter vorm) en No 38 (-46).

Inhoud : geene.

Gev. vak D-8, op er in lijkbrandresten, nabijzetting in brandheuvel, in tumulus 33 (Zie No 83 (-10); diepte 14.30 + N.A.P.