GASTEREN

VONDST BESCHRIJVING

A. STEENCULTUUR

a. STEENEN VOORWERPEN

Mesolithicum

Nos

1 (1939/VII 114) (Afb. 17 (G) : 114) Microlithisch pijlpuntje van lichtgrijzen vuursteen.

Gev. door den Heer J. Luingete Assen, als losse vondst op het opgravingsterrein, na afloop van het onderzoek.

2 (1939/VII 114 a, b, e-h, p) (Afb. 17 (G) :a, b, e-h, p) Schrabbertje en mesje en andere artefacten of afslag.

Gev. als No 1 (-114).

Neolithicum

3 (1939/VII 114i-k) (Afb. 17 (G) ; i-k) Drie schrabbertjes, waaronder één duimnagelvormig (-j).

Gev. als No 1 (-114)

4 (1939/VII 64a) (Afb. 21 (E) : 64a) Driehoekige, geheel geretoucheerde pijlpunt met holle basis, van geelgrijzen vuursteen. Punt afgebroken. Neolithicum, steenkisten- of bekertijd. Per. zgn. Montelius IV.

Gev. boven urn No 87 (-64) in greppelvulling, vak D-7; diepte 14.11 4- N.A.P.

4a (1939/VII 114n) (Afb. 17 (G) :n) Als No 4 (-64a), doch volledig. Gev. als No 1 (-114).

4b (1939AH1 114 o) (Afb. 17 (G) :o) Als No 4 (-64a), doch baardpunten ontbreken.

De Tondstbeschrijving vornit een vernieuwde en verbeterde herhaling in andere volgorde van die in de „lijst der aanwinsten” in den N. Dr. Volksalm. 1941, p.p. 19, No’s 3"34» achtereenvolgens No*s 118*254.