3. lets over de .el woord over de vondsten
op zijn plaats. Ik stel da ] P hetgeen, voorzoover
Interessant voor d« büjkt hier de sproken kernd kenmerkend voor den ouderen urnenveldenum No 20 (V. 4J, AID- iïx- « . , . „ . 26). tijd) vooraf te gaan aan he wi]po ] toegevoegde vondstenüjst.
hr d n de N. paalbouwgraven gevonden urnen een blijkt het, dat de m en n P „iet in verwante afzonderlijke alleen is zij, zooals reeds bleek, om stratibegraafplaateen vaatJverk, maar dit is ook op typologiprt.ch...den» o„ted. „ sche gronden het geva proto-urnenveldenbegraafplaatsen aan het spedaal de in de middelste der aardewerk genoemd. De b gt^ati- N. paalbouwgraven gevonden N on grond van o.i. volkomen grahsch en typologisch op elkaar s als zoodanig vergeüjkbare bronstijd. Per. gedateerde urnen, uitsluitend er naast te voorschijn gebrachte ni en Hetzelfde geldt voor Je andem urnen Nos 27, 28, 54-57. 66, O (V. 15, Afb. 15 en urnenveld ziin zij onmiddelUjk uit het hunebeddenden bodem zijn toevertrouwd. _ van het grafveld
voorts is het -e—.aat\et nl. ÏSn in den ouderen “Vs^TloTSeÏn
X) Scb.antes. O.
’ " Giffen A. E.: De huneDeaaen p. 4x4, P"XS4: X 4, 74 én Te>-tfiB- 5= P- 49°; Mannus XXX. x«8. p. 3S^
y. „ AF* Oocrav. urenie, i'* _ p « 3) Van Gif fen. A. E pg 20, V: no 318 – Per. V (Abb. 24: no. 73b en 141» – P®'- ' ' of Hallstatt A).